6.4.1
Inbedrijfstelling en bediening
Gebruik uitsluitend een afgeschermde encoderkabel die aan beide zijden met een
groot oppervlak geaard is en let op de technische gegevens.
Om een storingsvrije werking van de encoderkabel te garanderen, moeten de volgen-
de parameters correct ingesteld zijn:
•
•
•
Let bij de bedrading van de motorkabel en de encoderkabel op de juiste draairichting.
•
•
•
LED-status
De TTL-encoderkaart heeft 2 LED's die met LED A en B zijn aangegeven.
LED A
Toestand
Groen continu
Uit
LED B
Toestand
Continu rood
Rood knipperend
Uit
P1-09 Nominale motorfrequentie
P1-10 Nominaal motortoerental
P6-06 Aantal encoderpulsen
Voer een inbedrijfstelling voor asynchrone motoren met VFC-toerentalregeling
overeenkomstig de technische handleiding "MOVITRAC
matische meetprocedure via P4-02.
Controleer de correcte draairichting door bij een langzaam toerental in rechtsloop
(2 – 5 Hz) de waarde in P0-58 te controleren. De parameter moet een positieve
waarde aangeven. Als hij dat niet doet draait u de A- en B-baan van de encoder.
Zet de parameter P6-05 "Activering encoderterugkoppeling" op "1".
Beschrijving
Geen fout, kaart bedrijfsgereed
Geen voedingsspanning
Beschrijving
De fout wordt op het display van de frequentieregelaar
weergegeven.
Kaartfout, bekabeling verkeerd
Encoder OK
Optiekaarten encoder MOVITRAC
®
LTP-B
TTL-encoderkaart
®
LTP‑B" uit. Start de auto-
Handboek – Accessoires
6
35