5
Optiekaarten uitbreiding interface MOVITRAC
Relaisuitgang
5.3.1
Inbedrijfstelling en bediening
26
Handboek – Accessoires
Functie- en grensinstellingen voor volgende parameters:
Parameter Beschrijving
P5-15
Uitbreidingsrelais 3 functiekeuze
P5-16
Relais 3 bovengrens 0.0 – 100.0 – 200.0 %
P5-17
Relais 3 ondergrens 0.0 – 0.0 – 200.0 %
P5-18
Uitbreidingsrelais 4 functiekeuze
P5-19
Relais 4 bovengrens 0.0 – 100.0 – 200.0 %
P5-20
Relais 4 ondergrens 0.0 – 0.0 – 200.0 %
De relaisuitgangen 3 en 4 kunnen overeenkomstig de volgende tabel via de parame-
ters individueel worden geprogrammeerd. De relaisuitgang 5 is vast op de functie 3
motortoerental ≥ 0 ingesteld.
Instel-
Functie
ling
0
Regelaar vrijgegeven
1
Regelaar in orde (digitaal),
geen fout
2
Motor werkt met toerentalset-
point (digitaal)
3
Motortoerental ≥ 0 (digitaal)
4
Motortoerental ≥ grenswaarde
(digitaal)
5
Motorstroom ≥ grenswaarde
(digitaal)
6
Motorkoppel ≥ grenswaarde
(digitaal)
7
Analoge ingang 2 ≥ grens-
waarde (digitaal)
8
Fieldbus control
9
STO-status
10
PID-fout ≥ grenswaarde
LED-status
®
LTP-B
Beschrijving
Relaiscontacten bij vrijgegeven regelaar
gesloten.
Relaiscontacten gesloten als regelaar in
orde is (geen fout).
Relaiscontacten gesloten als uitgangsfre-
quentie = setpointfrequentie ± 0.1 Hz.
Relaiscontacten gesloten als uitgangsfre-
quentie groter is dan "nulfrequentie"
(0.3 % van de kantelfrequentie).
Als de uitgangsfrequentie groter is dan in-
gesteld in de parameter "Gebruikersrelais
bovengrens", is het relais gesloten. Relais-
contacten geopend als de waarde lager is
dan "Gebruikersrelais ondergrens".
Als het motorstroom/-koppel groter is dan
de in de parameter "Gebruikersrelais bo-
vengrens" ingestelde stroomgrenswaarde,
is het relais gesloten. Relaiscontacten ge-
opend als de waarde lager is dan "Gebrui-
kersrelais ondergrens".
Relaiscontacten gesloten als de waarde
op de 2e analoge ingang boven de grens-
waarde ligt.
Relaiscontacten via veldbusbesturing.
Relaiscontacten open als STO-schakel-
kring open is. Op het display van de rege-
laar staat "Inhibit".
Relaiscontacten gesloten als de regelfout
groter is dan de bovengrens van het ge-
bruikersrelais. Het relais opent ook bij ne-
gatieve regelfouten.