4. Door op
5. Op het tabblad "Communication" moet het doelapparaat worden aangegeven
Handboek – Veldbusinterface DFD11B DeviceNet
Configuratievoorbeelden in RSLogix 5000
in het MSG-commando te klikken wordt het venster "Message Confi-
guration" geopend (Æ volgende afbeelding).
Als "Message Type" wordt "CIP Generic" ingesteld. Vul de andere velden in onder-
staande volgorde uit:
A. Source Element = ReadParameterRequest.Index
B. Source Length = 12
C. Destination = ReadParameterResponse.Index
D. Class = 7
hex
E. Instance = 1
F. Attribute = 4
hex
G. Service Code = e
hex
Het servicetype wordt dan automatisch ingesteld.
(Æ volgende afbeelding).
Het pad (invoerveld "path") is samengesteld uit de volgende gegevens:
•
naam van de scanner (bijv. DNet_Scanner);
•
2 (altijd 2);
•
slave-adres (bijv. 11).
Configuratie en inbedrijfstelling
I
5
0 0
11767AXX
11768AXX
39