Configuratie en inbedrijfstelling
I
5
Configuratie van de plc en de master (DeviceNet-scanner)
0 0
®
Nadat de MOVIDRIVE
B met de optie DFD11B in de "Scanlist" is opgenomen, moet
via "Edit I/O Parameters" het aantal Polled I/O Bytes op 2 × aantal PD worden ingesteld
(bijv. PD = 3 × aantal Polled input-Bytes = 6 en output-Bytes = 6). Nadat de DeviceNet-
configuratie in de scanner is opgeslagen en gedownload, kan RSNetWorx worden
beëindigd.
Afhankelijk van de DeviceNet-configuratie en de mappingregels in de scanner worden
de data van en naar de DeviceNet-apparaten, samengebracht in een DINT-Array tussen
scanner en de local IO-tags van de Logix-processor, overgedragen.
Om te voorkomen dat de data van een bepaald apparaat handmatig in deze array
moeten worden gezocht, kunnen voor elk DeviceNet-apparaat automatisch kopieer-
opdrachten en twee controller-tags (input & output als Byte-arrays) worden aangelegd
met de tool "DeviceNet Tag Generator".
De naam van de tag bevat de MAC-ID van het DeviceNet-apparaat en de identifier
POL_I voor Polled-Input-data of POL_O voor Polled-Output-data (Æ volgende afbeel-
ding).
11748AXX
®
De inhoud van de procesdatawoorden 1 ... 3 van en naar de MOVIDRIVE
B wordt
met de parameters P870 ... P875 gedefinieerd. De inhoud van de procesdatawoorden
plus®
4 ... 10 wordt in een IPOS
-programma of applicatiemodule gedefinieerd.
25
Handboek – Veldbusinterface DFD11B DeviceNet