19.4 Bijzonderheden bij
bestandsbeheer
Station van de iTNC
Wanneer het bestandsbeheer van de iTNC wordt opgeroepen,
verschijnt in het linkervenster een opsomming van alle beschikbare
stations, bijv.
C:\: Windows-partitie van de ingebouwde harde schijf
RS232:\: seriële interface 1
RS422:\: seriële interface 2
TNC:\: datapartitie van de iTNC
Er kunnen bovendien nog andere netwerkstations zijn die u via de
Windows Verkenner hebt aangesloten.
Denk eraan dat het gegevensstation van de iTNC onder de
naam TNC:\ in bestandsbeheer verschijnt. Dit station
(partitie) heeft in de Windows Verkenner de naam D.
Subdirectory's op het TNC-station (bijv. RECYCLER en
SYSTEM VOLUME IDENTIFIER) worden door Windows XP
aangemaakt en mogen niet worden verwijderd.
Via de machineparameter 7225 kunt u stationsletters
definiëren die in het bestandssysteem van de TNC
moeten worden verborgen.
Wanneer u in de Windows Verkenner een nieuw netwerkstation hebt
aangesloten, moet u eventueel de iTNC-weergave van de beschikbare
stations actualiseren:
Bestandsbeheer oproepen: toets PGM MGT indrukken
Cursor naar links op het stationsvenster plaatsen
Softkeybalk omschakelen naar het tweede niveau
Stationweergave actualiseren: op de softkey ACT. BOOM drukken
HEIDENHAIN iTNC 530
723