Benaderen via een cirkelbaan met tangentiële
aansluiting op de contour en de rechte:
APPR LCT
De TNC verplaatst het gereedschap via een rechte van startpunt P
naar een hulppunt P
. Van daaruit wordt het eerste contourpunt P
H
een cirkelbaan benaderd. De in de APPR-regel geprogrammeerde
aanzet is actief voor de totale afstand die de TNC in de startregel aflegt
(baan P
– P
).
S
A
Wanneer u in de startregel alle drie hoofdascoördinaten X, Y en Z hebt
geprogrammeerd, dan verplaatst zich de TNC van de vóór de APPR-
regel gedefinieerde positie in alle drie assen gelijktijdig naar hulppunt
P
en daarop aansluitend van P
H
De cirkelbaan sluit zowel op de rechte P
contourelement tangentieel aan. Zo wordt deze door de radius R
eenduidig vastgelegd.
Willekeurige baanfunctie: startpunt P
Dialoog met toets APPR/DEP en softkey APPR LCT openen:
Coördinaten van het eerste contourpunt P
Radius R van de cirkelbaan. R positief invoeren
Radiuscorrectie RR/RL voor de bewerking
NC-voorbeeldregels
7 L X+40 Y+10 R0 FMAX M3
8 APPR LCT X+10 Y+20 Z-10 R10 RR F100
9 L X+20 Y+35
10 L ...
216
naar P
alleen in het bewerkingsvlak.
H
A
– P
als op het eerste
S
H
benaderen
S
A
S
via
A
P
zonder radiuscorrectie benaderen
S
P
met radiuscorr. RR, radius R=10
A
Eindpunt van het eerste contourelement
Volgend contourelement
Programmeren: contouren programmeren