Download Print deze pagina

HEIDENHAIN iTNC 530 Gebruikershandboek pagina 671

Verberg thumbnails Zie ook voor iTNC 530:

Advertenties

Netwerkidentificatie definiëren
Druk op de softkey DEFINE UID / GID om de netwerkidentificatie in
te voeren
Instelling
Betekenis
TNC USER ID
Definitie met welke user-identificatie de
eindgebruiker in het netwerk toegang tot
bestanden heeft. Waarde bij de
netwerkspecialist opvragen
OEM USER ID
Definitie met welke user-identificatie de
machinefabrikant in het netwerk toegang tot
bestanden heeft. Waarde bij de
netwerkspecialist opvragen
TNC GROUP ID
Definitie met welke groepsidentificatie u in
het netwerk toegang tot bestanden heeft.
Waarde bij de netwerkspecialist opvragen. De
groepsidentificatie is voor eindgebruiker en
machinefabrikant gelijk
UID for mount
Definitie met welke user-identificatie de
aanmeldingsprocedure plaatsvindt.
USER: het aanmelden geschiedt met de USER-
identificatie
ROOT: het inloggen geschiedt met de
identificatie van de ROOT-gebruiker, waarde =
0
Netwerkverbinding controleren
Softkey PING indrukken
Voer in het invoerveld HOST het internetadres van het apparaat in
waarvan de netwerkverbinding moet worden gecontroleerd
Met ENT-toets bevestigen. De TNC zendt net zolang datapakketten
totdat met de END-toets de controlemonitor wordt verlaten
In de regel TRY toont de TNC het aantal datapakketten dat naar de
daarvoor gedefinieerde ontvangers werd verzonden. Achter het aantal
verzonden datapakketten toont de TNC de status:
Statusweergave
Betekenis
HOST RESPOND
Datapakket weer ontvangen, verbinding in
orde
TIMEOUT
Datapakket niet meer ontvangen, verbinding
controleren
CAN NOT ROUTE
Datapakket kon niet worden verzonden,
internetadres van de server en de router op de
TNC controleren
HEIDENHAIN iTNC 530
659

Advertenties

loading

Gerelateerde Producten voor HEIDENHAIN iTNC 530