Let op: botsingsgevaar!
De TNC kan bij de grafische simulatie niet alle werkelijk
door de machine uitgevoerde verplaatsingen simuleren,
bijv.:
Verplaatsingen bij de gereedschapswissel, die de
machinefabrikant in een gereedschapswissel-macro of
via de PLC gedefinieerd heeft
Positioneringen die de machinefabrikant in een
M-functie-macro gedefinieerd heeft
Positioneringen die de machinefabrikant via de PLC
uitvoert
Positioneringen die een palletwissel bewerkstelligen
HEIDENHAIN adviseert daarom ieder programma met de
nodige voorzichtigheid te starten, ook wanneer de
programmatest geen foutmeldingen en geen zichtbare
beschadiging van het werkstuk heeft opgeleverd.
De TNC start een programmatest na een
gereedschapsoproep in principe steeds op de volgende
positie:
in het bewerkingsvlak in het midden van het
gedefinieerde onbewerkte werkstuk
In de gereedschapsas 1 mm boven het in de BLK FORM
gedefinieerde MAX-punt
Als u hetzelfde gereedschap oproept, dan simuleert de
TNC het programma verder vanaf de laatste vóór de
gereedschapsoproep geprogrammeerde positie.
Om ook bij het uitvoeren een duidelijke instelling te
hebben, dient u na een gereedschapswissel in principe
een positie te benaderen van waaruit de TNC het
gereedschap zonder botsing voor een bewerking kan
positioneren.
Uw machinefabrikant kan ook voor de werkstand
Programmatest een gereedschapswissel-macro
definiëren waarmee het gedrag van de machine exact
wordt gesimuleerd. Raadpleeg het machinehandboek.
620
Programmatest en programma-afloop