11.2 Dynamische
botsingsbewaking (software-
optie)
Functie
De dynamische botsingsbewaking DCM (Engels: Dynamic
Collision Monitoring) moet door uw machinefabrikant aan
de TNC en aan de machine worden aangepast. Raadpleeg
uw machinehandboek.
De machinefabrikant kan willekeurige objecten definiëren die door de
TNC tijdens alle machinebewegingen en ook tijdens de
programmatest bewaakt worden. Wanneer twee objecten met
botsingsbewaking elkaar dichter naderen dan een bepaalde afstand,
komt de TNC bij de programmatest en de bewerking met een
foutmelding.
De TNC kan de gedefinieerde objecten met botsingsbewaking in alle
machinewerkstanden en in de werkstand Programmatest grafisch
weergeven (zie "Grafische weergave van de beveiligde ruimte (FCL4-
functie)" op bladzijde 394).
De TNC bewaakt ook het actieve gereedschap met de in de
gereedschapstabel ingevoerde lengte en de ingevoerde radius tegen
botsingen (bij cilindrisch gereedschap). De TNC bewaakt getrapt
gereedschap eveneens overeenkomstig de definitie in de
gereedschapstabel en geeft dit ook dienovereenkomstig weer.
Voor zover u voor het desbetreffende gereedschap eigen
gereedschapshouder-kinematica, inclusief een beschrijving van
objecten met botsingsbewaking hebt gedefinieerd en aan het
gereedschap hebt toegewezen in de kolom KINEMATIC van de
gereedschapstabel, bewaakt de TNC ook deze gereedschapshouder
(zie "Kinematica van GS-houder" op bladzijde 178).
Bovendien kunnen ook eenvoudige spanmiddelen in de
botsingsbewaking worden geïntegreerd (zie "Spanmiddelbewaking
(software-optie DCM)" op bladzijde 397).
390
Programmeren: speciale functies