Contour verlaten
Functie voor verlaten DEP CT selecteren
Middelpuntshoek? Hoek voor verlaten invoeren, bijv.
90°, met ENT-toets bevestigen
Cirkelradius? Radius voor verlaten invoeren, bijv.
8 mm/min, met ENT-toets bevestigen
Aanzet F=? Positioneeraanzet invoeren, bijv.
3000 mm/min, met ENT-toets opslaan
Additionele M-functie? Koelmiddel uitschakelen,
bijv. M9, met toets END bevestigen: de TNC slaat de
ingevoerde verplaatsingsregel op
Gereedschap terugtrekken: druk op de oranje astoets
Z, om in de gereedschapsas terug te trekken en voer
de waarde voor de te benaderen positie in, bijv. 250.
Met ENT-toets bevestigen
Radiuscorr.: RL/RR/geen corr.? met ENT-toets
bevestigen: geen radiuscorrectie activeren
Aanzet F=? met ENT-toets bevestigen: in ijlgang (FMAX)
verplaatsen
Additionele M-functie? M2 voor programma-einde
invoeren, met toets END bevestigen: de TNC slaat de
ingevoerde verplaatsingsregel op
Uitgebreide informatie over dit onderwerp
Compleet voorbeeld met NC-regels: Zie "Voorbeeld:
rechteverplaatsing en afkantingen cartesiaans", bladzijde 228
Nieuw programma maken: Zie "Programma's openen en invoeren",
bladzijde 99
Contour benaderen/verlaten: Zie "Contour benaderen en verlaten",
bladzijde 211
Contouren programmeren: Zie "Overzicht van de baanfuncties",
bladzijde 219
Programmeerbare aanzetmethoden: Zie "Mogelijke
aanzetgegevens", bladzijde 104
Gereedschapsradiuscorrectie: Zie "Gereedschapsradiuscorrectie",
bladzijde 201
Additionele M-functies: Zie "Additionele functies voor controle van
programma-afloop, spil en koelmiddel", bladzijde 363
58
Eerste stappen met de iTNC 530