9.4 Hoekfuncties (trigonometrie)
Definities
Sinus, cosinus en tangens komen overeen met de zijdeverhoudingen
van een rechthoekige driehoek. Daarbij geldt:
sin α = a / c
Sinus:
cos α = b / c
Cosinus:
tan α = a / b = sin α / cos α
Tangens:
Daarin is:
c de zijde tegenover de rechte hoek
a de zijde tegenover hoek α
b de derde zijde
Uit de tangens kan de TNC de hoek bepalen:
α = arctan (a / b) = arctan (sin α / cos α)
Voorbeeld:
a = 25 mm
b = 50 mm
α = arctan (a / b) = arctan 0,5 = 26,57°
Bovendien geldt:
a² + b² = c² (met a² = a x a)
=
c
(a² + b²)
HEIDENHAIN iTNC 530
305