3.4 Werken met bestandsbeheer
Directory's
Omdat er op de harde schijf zeer veel programma's resp. bestanden
opgeslagen kunnen worden, is het overzichtelijker wanneer de
afzonderlijke bestanden onderverdeeld worden in directory's
(mappen). In deze directory's kunnen weer onderliggende directory's
worden gemaakt, de zogenoemde subdirectory's. Met de toets -/+ of
de ENT-toets kunt u subdirectory's weergeven of verbergen.
De TNC beheert maximaal 6 directory-niveaus!
Wanneer meer dan 512 bestanden in een directory
worden opgeslagen, dan zet de TNC de bestanden niet
meer in alfabetische volgorde!
Namen van directory's
De naam van een directory mag echter de maximaal toegestane
padlengte van 82 tekens niet overschrijden (zie "Paden" op bladzijde
115).
Paden
Een pad geeft het station en alle directory's resp. subdirectory's weer
waarin een bestand is opgeslagen. De afzonderlijke gegevens worden
door een "\" gescheiden.
De maximaal toegestane padlengte, d.w.z. alle tekens
van station, directory en bestandsnaam inclusief extensie,
bedraagt 82 tekens!
Station-ID's mogen uit maximaal 8 hoofdletters bestaan.
Voorbeeld
In het station TNC:\ is de directory AUFTR1 gemaakt. Vervolgens werd
in de directory AUFTR1 nog de subdirectory NCPROG gemaakt en daar
werd het bewerkingsprogramma PROG1.H naartoe gekopieerd. Het
bewerkingsprogramma heeft dus het pad:
TNC:\AUFTR1\NCPROG\PROG1.H
Rechts wordt een voorbeeld gegeven van een directory-overzicht met
verschillende paden.
HEIDENHAIN iTNC 530
115