Download Print deze pagina

HEIDENHAIN iTNC 530 Gebruikershandboek pagina 297

Verberg thumbnails Zie ook voor iTNC 530:

Advertenties

Het opgeroepen programma moet op de harde schijf van
de TNC zijn opgeslagen.
Wanneer alleen de programmanaam ingevoerd wordt,
moet het opgeroepen programma in dezelfde directory
staan als het oproepende programma.
Wanneer het opgeroepen programma niet in dezelfde
directory staat als het oproepende programma, moet het
volledige pad worden ingevoerd, bijv.
TNC:\ZW35\SCHRUPP\PGM1.H of het programma via de
softkey SELECTIEVENSTER worden geselecteerd.
Wanneer een DIN/ISO-programma moet worden
opgeroepen, moet het bestandstype .I achter de
programmanaam worden ingevoerd.
Een willekeurig programma kan ook via de cyclus 12 PGM
CALL opgeroepen worden.
Q-parameters werken bij een PGM CALL in principe globaal.
Houd er daarom rekening mee dat het wijzigen van Q-
parameters in het opgeroepen programma eventueel ook
gevolgen voor het oproepende programma heeft.
Let op: botsingsgevaar!
Coördinatenomrekeningen die in het opgeroepen
programma worden gedefinieerd en niet specifiek worden
teruggezet, blijven in principe ook voor het oproepende
programma actief. De instelling van machineparameter
MP7300 heeft hierop geen invloed.
HEIDENHAIN iTNC 530
285

Advertenties

loading

Gerelateerde Producten voor HEIDENHAIN iTNC 530