II - 4 Data-aansluiting
Bedrading van de aansluitingskabel
De bedrading van de aansluitingskabel is afhankelijk van het
apparaat dat aangesloten moet worden (zie technische
documentatie van het externe apparaat).
Volledige bedrading
PT 855
CHASSIS
GND
1
TXD
2
RXD
3
RTS
4
CTS
5
DSR
6
SIGNAL
GND
7
DTR
20
Afb. 42: Schema bij volledige bedrading
Overdrachtssnelheid (Baudrate) instellen: P 50
De data-aansluiting op de POSITIP en op het externe apparaat
moeten op dezelfde Baudrate ingesteld worden.
Het externe apparaat moet de gekozen Baudrate kunnen
verwerken.
De Baudrate voor de data-aansluiting op de POSITIP wordt d.m.v.
een bedrijfsparameter ingesteld.
De machinefabrikant kan deze parameter ook als
gebruikerparameter toegankelijk maken (zie I - 7).
Instellingsmogelijkheden voor de Baudrate
P 50 = 110, 150, 300, 600, 1 200, 2 400
4 800, 9 600, 19 200, 38 400 [Baud]
De Baudrate bij de data-overdracht tussen
POSITIP en diskette-eenheid FE 401 is altijd
9 600 Baud.
Dataformaat
Overdracht van de gegevens geschiedt op de volgende manier:
1.) startbit
2.) 7 databits
3.) pariteitsbit (rechte pariteit)
4.) 2 stopbits
Onderbreken van de data-overdracht
De data-overdracht vanuit het externe apparaat kan op twee
verschillende manieren onderbroken en opnieuw gestart worden:
start/stop via de ingang RXD
DC3 = XOFF = CTRL S: data-overdracht onderbreken
DC1 = XON = CTRL Q: data-overdracht voortzetten
start/stop via draad CTS
Na ontvangst van het stopsignaal CTS of DC3
geeft de POSITIP nog t/m twee tekens uit.
POSITIP 855
Vereenvoudigde bedrading
PT 855
CHASSIS
1
CHASSIS
GND
2
TXD
3
RXD
4
RTS
5
CTS
6
DSR
SIGNAL
7
SIGNAL
GND
20
DTR
Afb. 43: Schema bij vereenvoudigde bedrading
Technische informatie
GND
1
1
CHASSIS
TXD
2
2
RXD
3
3
RTS
4
4
CTS
5
5
DSR
6
6
GND
7
7
SIGNAL
DTR
20
20
startbit
7 databits
pariteitsbit
2 stopbits
Afb. 44: Het dataformaat bij de data-overdracht
GND
TXD
RXD
RTS
CTS
DSR
GND
DTR
S D D D D D D D P S S
101