I - 4
POSITIP programmeren
Overdracht van programma's via de data-aansluiting
Met de V.24-aansluiting op de achterkant van de behuizing kan
b.v. de diskette-eenheid FE 401 of een PC als externe opslag voor
de POSITIP gebruikt worden.
Programma's kunnen op diskettes gearchiveerd en wanneer nodig
weer in de POSITIP ingelezen worden.
Pinbezetting, bedrading en aansluitmogelijkheden
worden in hoofdstuk II - 4 omschreven.
Functie
Overzicht van de programma's,
die in de POSITIP opgeslagen zijn
Overzicht van de programma's,
die op de FE opgeslagen zijn
Data-overdracht verbreken
•
Overschakelen FE – EXT
•
Verdere programma's tonen
Voorbeeld: overdracht van een programma naar de POSITIP
Werkstand: PROGRAMMEREN
P r o g r a m m a n u m m e r
5
Wanneer overdracht moet plaatsvinden van programma's van een
PC naar de POSITIP, (instelling EXT) moet de PC de programma's
zenden.
Staat in het POSITIP-geheugen reeds een programma met
hetzelfde nummer, verschijnt de melding PROGRAMMA REEDS
AANWEZIG op het beeldscherm.
In dit geval moet voor de data-overdracht het programma in het
POSITIP-geheugen hernoemd of gewist worden.
POSITIP 855
Softkey/toets
Extern kiezen.
?
Programmanummer ingeven, b.v. 5.
Extern apparaat kiezen (diskette-eenheid of PC met overdrachtssoftware
TNC.EXE van HEIDENHAIN: instelling FE; PC zonder TNC.EXE: EXT).
Overdracht van programma naar POSITIP.
Op het POSITIP-beeldscherm verschijnt de melding inlezen programma: .
Gebruikershandleiding
71