I - 1
Basisprincipes voor positiebepaling
I - 1
Basisprincipes voor positiebepaling
Als men met de begrippen coördinatensyst., incrementele
en absolute maten, nominale positie, act. positie en rest-
weg vertrouwd is, kan dit hoofdstuk overgeslagen worden.
Referentiesystemen
Om posities te kunnen aangeven, heeft men principieel een
referentiesysteem nodig. Als voorbeeld kunnen plaatsen op
de aarde door hun geografische coördinaten (coördinaat: lat.
"de toegewezen", grootheden voor opgave resp. vastlegging
van posities) "lengte" en "breedte" "absoluut" opgegeven
worden: het raster van lengte- en breedtecirkels stelt een "absoluut
referentiesysteem" voor, in tegenstelling tot een "gerelateerde"
positie-opgave, d.w.z. gerelateerd aan
een andere, bekende plaats.
De 0°-lengtecirkel in de afbeelding rechts loopt door de
sterrewacht van Greenwich, de 0°-breedtecirkel is de equator.
Voor het bewerken van een werkstuk op een freesmachine,
die met een digitale uitlezing is uitgerust, gaat men in het
algemeen uit van een cartesisch (=rechthoekig, volgens de
Franse wiskundige en filosoof René Descartes, latijns Renatus
Cartesius; 1596 tot 1650) coördinatensysteem, dat uit de drie
(parallel lopend aan de machineassen) coördinatenassen X, Y
en Z bestaat; wanneer men in gedachte de middelvinger van
de rechterhand in de richting van de gereedschapsas vanaf
het werkstuk naar het gereedschap laat wijzen, dan wijst hij
in de richting van de positieve Z-as, de duim in de richting
van de positieve X-as en de wijsvinger in de richting van de
positieve Y-as.
POSITIP 855
Gebruikershandleiding
Greenwich
90°
0° 90°
Afb. 1: Het geografische coördinatensysteem
is een absoluut referentiesysteem
+Z
+ Y
+Y
Afb. 2: Benoeming en richtingen van de
machineassen op een freesmachine
60°
30°
0°
30°
60°
+ X
+Z
+X
7