I - 3
Werken met de POSITIP – boorpatronen
Gatenreeksen
2
e
stap: grafische ondersteuning gatenreeksen
Met de grafische ondersteuning kunnen de gegevens van de
gatenreeksen snel gecontroleerd worden. De grafische
ondersteuning laat de actuele boring als oplichtende cirkel zien.
De grafische ondersteuning van de gatenreeksen wordt door
de bedrijfsparameter P 89 beïnvloed (zie hoofdstuk II - 2).
e
3
stap: boren
Functies bij het boren en voor de grafische ondersteuning
Functie
Volgende boring
Terug naar de laatste boring
Boren beëindigen
42
De POSITIP geeft de gatenreeksen
grafisch op het beeldscherm weer,
hier 3 gatenreeksen met elk 4
boringen:
e
1
boring bij X=20 mm, Y=10 mm;
afstand tussen de boringen 10 mm;
hoek tussen gatenreeksen en X-as 18°;
afstand tussen de gatenreeksen 12 mm;
De coördinaten van de actuele boring
staan onder in het beeldscherm.
Gatenreeksen starten.
Boring benaderen:
Na elkaar de coördinaten van het bewerkingsvlak naar nul verplaatsen. Het
kader van de positioneerhulp wordt voor deze assen als een gesloten figuurlijn
getoond.
Boren:
In de gereedschapsas naar nul verplaatsen.
Het kader van de positioneerhulp wordt voor deze as als een streeplijn
getoond.
Gereedschap na het boren in de gereedschapsas uit het materiaal halen.
Alle volgende boringen zoals hier beschreven uitvoeren.
Softkey
Gebruikershandleiding
POSITIP 855