I - 3
Werken met de POSITIP – boorpatronen
Gatenreeksen
1
2
0
1
1
5
B o r i n g e n
4
ENT
B o o r a f s t a n d
1
0
H o e k
1
8
B o o r d i e p t e
5
A a n t a l
3
ENT
A f s t a n d
1
2
POSITIP 855
e
b o r i n g
X
?
X-coördinaat van boring
ENT
Ingave bevestigen.
e
b o r i n g
Y
?
Y-coördinaat van boring
ENT
Ingave bevestigen.
p e r
Aantal boringen per reeks ingeven ( 4 ).
Ingave bevestigen.
Boorafstand op de gatenreeksen ingeven ( 10 mm ).
ENT
Ingave bevestigen.
?
Hoek tussen de X-as en de gatenreeksen ingeven ( 18° ).
ENT
Ingave bevestigen.
?
Boordiepte Z ingeven ( Z = – 5 mm ).
ENT
Ingave bevestigen.
r e e k s e n
Aantal reeksen ingeven ( 3 ).
Ingave bevestigen.
t u s s e n
Afstand tussen de reeksen ingeven ( 12 mm ).
ENT
Ingave bevestigen.
Data-ingave beëindigen.
Gebruikershandleiding
ingeven ( X = 20 mm ).
ingeven ( Y = 15 mm ).
r e e k s
?
?
?
d e
r e e k s e n
?
41