I - 3
Werken met de POSITIP – boorpatronen
Gatenreeksen
Van de gatenreeksen moet bekend zijn:
•
coördinaten van de eerste boring;
•
aantal boringen per rij;
•
afstand tussen de boringen op de reeks;
•
hoek tussen de eerste gatenreeks en de X-as;
•
aantal gatenreeksen;
•
afstand van de gatenreeksen ten opzichte van elkaar.
De POSITIP berekent de coördinaten van de boringen, die
eenvoudig door het "verplaatsen naar nul" gepositioneerd worden.
De grafische positioneerhulp staat voor alle assen die verplaatst
worden ter beschikking. Voor de gereedschapsas toont de POSITIP
het kader met een streeplijn.
Met de grafische ondersteuning kan voor de bewerking
gecontroleerd worden of de POSITIP de gatenreeksen juist
berekend heeft. De grafische ondersteuning van de gatenreeksen
helpt ook, als boringen:
•
direct gekozen worden
•
separaat uitgevoerd worden
•
overgeslagen worden
Functie
Naar voorgaande ingaveregel springen
Naar volgende ingaveregel springen
Ingavewaarde overnemen
Ingave beëindigen
POSITIP 855
Softkey/toets
ENT
Gebruikershandleiding
Afb. 25: Geïntegreerde gebruikershandleiding:
grafisch (gatenreeksen)
39