I - 1
Basisprincipes voor positiebepaling
Basisprincipes voor positiebepaling
Lengte- en hoekmeetsystemen
De lengte- en hoekmeetsystemen zetten de bewegingen van
de machineassen om in elektrische signalen. De POSITIP
verwerkt de signalen, bepaalt de actuele waarde van de
machineassen en toont de positie als getallenwaarde op
het beeldscherm. Bij een stroomonderbreking gaat de relatie
tussen de machineslede-positie en de berekende actuele
positie verloren. Met de referentiemerken van de lengte- en
hoekmeetsystemen en de automatische REF-verwerking van de
POSITIP kan deze relatie na het inschakelen hersteld worden.
Referentiemerken
Op de linialen van de lengte- en hoekmeetsystemen zijn één of
meerdere referentiemerken opgebracht. De referentiemerken
genereren bij het passeren een signaal, dat voor de POSITIP
een liniaalpositie als referentiepunt (liniaal-referentiepunt = vast
machinereferentiepunt) kenmerkt. Bij het passeren van deze
referentiepunten herstelt de POSITIP met de automatische REF-
verwerking de relatie tussen assledepositie en afleeswaarden,
die het laatst zijn vastgelegd.
Bij lengtemeetsystemen met afstandsgecodeerde referentie-
merken hoeven de machineassen slechts maximaal 20 mm
(20° bij hoekmeetsystemen) verplaatst te worden.
Hoek-referentieas
Voor hoekopgaven worden onderstaande ref.-assen gedefinieerd:
Vlak
X Y
Y Z
Z X
Positieve draairichting is de draairichting tegen de wijzers van de
klok in, als het bewerkingsvlak in de richting van de negatieve
gereedschapsas bekeken wordt (zie afbeelding 10).
Voorbeeld: hoek in het bewerkingsvlak X / Y
Hoek
+
45°
+/– 180°
–
270°
POSITIP 855
Hoek-referentieas
+X
+Y
+Z
Komt overeen met ...
... bissectrice tussen +X en +Y
... negatieve X-as
... positieve Y-as
Gebruikershandleiding
Z
Y
Afb. 8: Lengtemeetsysteem voor een lineaire
as, b.v. voor de X-as
Afb. 9: Linialen – boven met afstands-
gecodeerde referentiemerken,
onder met één referentiemerk
Y
–270°
+180°
–180°
Afb. 10: Hoek en de hoek-referentieas, b.v. in
het X / Y - vlak
X
+45°
X
11