6.2 Montage
LET OP
Verplettering van de voeten
Licht of middelzwaar persoonlijk letsel
- Monteer het product op een solide
ondergrond met bouten door de gaten in
de flens of de voetplaat.
Om het UL-keurmerk te behouden, volgt u
de aanvullende procedures voor de appa-
ratuur. Zie pagina 2162.
6.3 Kabeldoorvoeren
Zie het formaat van de kabeldoorvoeren in paragraaf
29. Overige technische
gegevens.
6.4 Kabelwartels
Het aantal en het formaat van de kabelwartels die bij
de pomp worden geleverd is afhankelijk van het
motorvermogen. Zie paragraaf
sche
gegevens.
6.5 Motorkoeling
Laat ten minste 50 mm vrije ruimte tussen het einde
van het ventilatordeksel en een muur of ander vast
voorwerp. Zie afb. 1.
Afb. 1
Minimale afstand (D) tussen de motor en
een wand of andere vaste voorwerpen.
1088
29. Overige techni-
D
6.6 Buitenopstelling
Als u de motor buiten opstelt, rust u de motor uit met
een geschikte beschermkap en opent u de aftapope-
ningen ter voorkoming van condensatie op de elek-
tronische componenten. Zie afbeeldingen
Denk bij het aanbrengen van een
beschermkap op de motor aan de richtlijn
in paragraaf
6.5
De beschermkap moet voldoende groot zijn om de
motor niet direct bloot te stellen aan direct zonlicht,
regen of sneeuw. Grundfos levert geen bescherm-
kappen. We adviseren daarom dat u een bescherm-
kap laat maken voor de specifieke toepassing. In
gebieden met hoge luchtvochtigheid adviseren we u
om de motor permanent op de netvoeding aan te
sluiten en de ingebouwde stilstandverwarmingsfunc-
tie in te schakelen. Zie paragraaf
13.24
Stilstandverwarming, pagina 1131.
Afb. 2
Voorbeelden van beschermkappen (niet
geleverd door Grundfos)
Om het UL-keurmerk te behouden, volgt u
de aanvullende procedures voor de appa-
ratuur. Zie pagina 2162.
6.7 Aftapopeningen
Wanneer de motor staat opgesteld in een vochtige
omgeving of in een gebied met hoge vochtigheid,
dient de onderste aftapopening open te zijn. De
beschermingsklasse van de motor zal dan lager zijn.
Dit helpt om condensatie in de motor te voorkomen
omdat hierdoor de motor zichzelf ventileert en water
en vochtige lucht kunnen ontsnappen.
De motor heeft een aftapopening met plug aan de
aandrijfzijde. U kunt de flens 90 ° naar beide zijden
of 180 ° draaien.
B3
B14
Afb. 3
Aftapopeningen
2
en 3.
Motorkoeling.
B5