8. Bedrijfscondities
8.1 Maximaal aantal in- en uitschakelingen
Het aantal in- en uitschakelingen via de voeding mag
niet meer dan vier per uur bedragen.
Wanneer de pomp via de voeding wordt ingescha-
keld, zal deze na ca. 5 seconden starten.
Als een hoger aantal in- en uitschakelingen gewenst
is, dient de externe start/stop-ingang te worden
gebruikt bij het in-/uitschakelen van de pomp.
Wanneer de pomp via een externe aan/uit-schake-
laar wordt ingeschakeld, zal deze meteen starten.
8.2 Omgevingstemperatuur
8.2.1 Omgevingstemperatuur tijdens opslag en
transport
Minimum: -30 °C
Maximum: 60 °C.
8.2.2 Omgevingstemperatuur tijdens bedrijf
3 x 200-240 V
Minimum
-20 °C
Maximum
40 °C
De motor kan werken met het nominale uitgangsver-
mogen (P2) bij 50 °C, maar continu bedrijf bij hogere
temperaturen zal de verwachte levensduur vermin-
deren. Als de motor moet werken bij een omgevings-
temperatuur tussen 50 en 60 °C, moet een grotere
motor worden gekozen. Neem contact op met
Grundfos voor meer informatie.
8.3 Installatiehoogte
De installatiehoogte is de hoogte boven zeeniveau
van de plek waar de opstelling staat.
Motoren die tot 1000 meter boven zeeniveau opge-
steld staan, kunnen 100 % belast worden.
De motoren kunnen tot op 3500 meter boven zeeni-
veau worden opgesteld.
100
90
80
70
3 x 380-500 V
-20 °C
60
50 °C
Afb. 13 Motorvermogen in relatie tot hoogte
Motoren die meer dan 1000 meter boven
zeeniveau opgesteld staan mogen niet vol-
ledig belast worden vanwege de lagere
dichtheid en het daaraan verbonden
lagere koeleffect van de lucht.
P2 [%]
0
500 1000 1500 2000 2500 3000 3500
Hoogte [m]
1097