Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Pulsdebietmeter" (Puls Flowmeter Instelling); Ramps - Grundfos CRE Series Installatie- En Bedieningsinstructies

Inhoudsopgave

Advertenties

2. Drukopbouwfase.
De systeemdruk wordt opgevoerd totdat het set-
point wordt bereikt. Het opbouwen van de druk
vindt plaats binnen een aanlooptijd. Als het set-
point niet binnen een bepaalde tijd bereikt wordt,
dan kan een waarschuwing of een alarm worden
gegeven, en de pompen kunnen tegelijkertijd
worden uitgeschakeld.
1. Vulfase
(bedrijf met con-
stante curve)
Druk
Gewenste waarde
Vuldruk
Actuele
waarde
Vultijd
Maximale vultijd
Afb. 55 Vul- en drukopbouwfasen
Instelbereik
"Toerental bij vullen".
Vast toerental van de pomp tijdens de vulfase.
"vuldruk".
De druk die de pomp moet bereiken vóór de
maximale vultijd.
"max. vultijd".
De tijd waarbinnen de pomp de vuldruk moet
bereiken.
Max. reactietijd.
Reactie van de pomp als de maximale vultijd
wordt overschreden:
– waarschuwing
– alarm (pomp wordt uitgeschakeld).
Druk opbouwtijd.
Aanlooptijd vanaf het moment dat de vuldruk
wordt bereikt tot het moment waarop het setpoint
moet zijn bereikt.
Als u deze functie activeert, wordt de func-
tie altijd gestart als de pomp in de bedrijfs-
modus "Stop" staat en wordt overgescha-
keld naar "Normaal".
Fabrieksinstelling
Zie paragraaf
24.
Fabrieksinstellingen.
1130
2. Drukopbouwfase
(bedrijf met con-
stante druk)
Aanloop
tot set-
point
Tijd
Drukop-
[sec]
bouwtijd
13.22 "Pulsdebietmeter" (Puls flowmeter
instelling)
Pompuitvoering
(Puls flowmeter instelling)
MTHE, CME
CRE, CRIE, CRNE,
SPKE, MTRE
U kunt een externe puls flowmeter aansluiten op een
van de digitale ingangen om het actuele en geaccu-
muleerde debiet te registreren. Op basis hiervan
kunt u tevens de specifieke energie berekenen.
U kunt een puls flowmeter activeren door een van de
functies voor digitale ingangen in te stellen op Totaal
debiet en het verpompte volume per puls in te stel-
len. Zie paragraaf
13.9 Digitale
Fabrieksinstelling
Zie paragraaf
24.
Fabrieksinstellingen.

13.23 Ramps

Pompuitvoering
MTHE, CME
CRE, CRIE, CRNE,
SPKE, MTRE
De verhogingen/verlagingen bepalen hoe snel de
pomp kan versnellen en vertragen tijdens in-/uitscha-
kelen of bij wijziging van het setpoint.
U kunt het volgende instellen:
versnellingstijd, 0,1 tot 300 seconden
vertragingstijd, 0,1 tot 300 seconden.
De tijden gelden voor respectievelijk de versnelling
van 0 rpm tot het maximale (vaste) toerental en de
vertraging van het maximale (vaste) toerental naar 0
rpm.
Bij korte vertragingstijden kan de vertraging van de
pomp afhangen van de belasting en traagheid omdat
er geen mogelijkheid is om de pomp actief te rem-
men.
Als de voedingsspanning wordt uitgeschakeld hangt
de vertraging van de pomp alleen af van de belasting
en de traagheid.
Toerental
Vast maxi-
mum
User-set
maximum
User-set
minimum
0
Vaste initiële ramp up /
ramp down
User-set ramp-up
Afb. 56 Ramp-up en Ramp-down
"Pulsdebietmeter"
ingangen.
Ramps
Tijd
Vaste uiteindelijke
ramp up / ramp
User-set ramp-down

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave