Eenheid
Parameter
Mogelijke eenheden
Druk
bar, m, kPa, psi, ft
Niveau
m, ft, in
Pompdebiet
m³/h, l/s, yd³/h, gpm
Vloeistoftemperatuur °C, °F
Andere parameter
%
Elektrisch signaal
Selecteer signaaltype:
•
0,5-3,5 V
•
0-5 V
•
0-10 V
•
0-20 mA
•
4-20 mA.
Sensorbereik, minimale waarde
Stel de minimale waarde van de aangesloten sensor
in.
Sensorbereik, maximale waarde
Stel de maximale waarde van de aangesloten sensor
in.
Fabrieksinstelling
Zie paragraaf
24.
Fabrieksinstellingen.
13.7.1 Twee sensoren instellen voor
verschilmeting
Als u het verschil van een parameter wilt meten tus-
sen twee punten, stelt u als volgt de overeenkom-
stige sensoren in:
Analoge
Parameter
ingang voor
sensor 1
Drukverschil,
Druk, optie 1
zuigzijde
Druk, optie 2
Druk 1, extern
Debiet
Pompdebiet
Temperatuur
Temperatuur 1
Als u de regelmodus "constant drukver-
schil" wilt gebruiken, moet u de functie
Feedback sensor kiezen voor de analoge
ingang van beide sensoren.
13.8 Pt100/1000 ingangen
De beschikbare ingangen zijn afhankelijk van de
functionele module die in de pomp is aangebracht:
Functie (klem)
Pt100/1000 input 1,
instelling (17 en 18)
Pt100/1000 input 2,
instelling (18 en 19)
*
Zie paragraaf
module.
Als u de Pt100/1000 ingang wilt instellen voor een
terugkoppelsensor, adviseren wij u dit te doen via
het menu Ondersteund pomp instellen. Zie paragraaf
13.45 Ondersteund pomp
Als u een Pt100/1000 ingang wilt instellen voor
andere doeleinden, kunt u dit handmatig doen.
U kunt de analoge ingangen instellen via het menu
Setup, analoge ingang. Zie paragraaf
analoge
Als u de handmatige instelling uitvoert via Grundfos
GO Remote, moet u het menu voor de Pt100/1000
ingang openen onder het menu Instellingen.
Functie
De Pt100/1000 ingangen kunnen worden ingesteld
op de volgende functies:
•
Niet actief
•
Feedback sensor
De sensor wordt gebruikt voor de geselecteerde
regelmodus.
•
Ext. setp.-beïnvl.
Zie paragraaf
Analoge
ingang voor
•
Andere functie.
sensor 2
Drukverschil,
perszijde
Druk 2, extern
Debiet, extern
Temperatuur 2
FM 200*
(standaard)
-
-
19. Identificatie van functionele
instellen.
ingang.
13.15 Externe setpoint
FM 300*
(geavanceerd)
●
●
13.46 Setup,
functie.
1117