Stop Bij Min. Toerental; Leidingvulfunctie - Grundfos CRE Series Installatie- En Bedieningsinstructies
Verberg thumbnails
Zie ook voor CRE Series:
- Installatie- en bedieningsinstructies (41 pagina's) ,
- Installatie- en bedieningsinstructies (42 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Bedrijfscondities voor de uitschakelfunctie bij
laag debiet
U kunt alleen de uitschakelfunctie gebruiken als het
systeem is uitgerust met een druksensor, een terug-
slagklep en een expansievat.
Installeer de terugslagklep altijd vóór de
druksensor. Zie afbeeldingen
Druksensor
Pomp
Keerklep
Afb. 53 Positie van de terugslagklep en druk-
sensor in systeem met zuighoogtewer-
king.
Druksensor
Pomp Keerklep
Afb. 54 Positie van de terugslagklep en druk-
sensor in systeem met een positieve
voordruk
"Minimaal debiet instellen"
Stel het minimale debiet (Q
instelling bepaalt bij welk debiet het systeem moet
overschakelen van continu bedrijf bij constante druk
naar start/stop-bedrijf. Het instelbereik is 5 tot 30 %
van het nominale debiet.
Fabrieksinstelling
Zie paragraaf
24.
Fabrieksinstellingen.
"Volume van expansievat"
Voor de uitschakelfunctie is een expansievat met
een bepaalde minimale grootte nodig. Stel de grootte
van het geïnstalleerde vat in dit display in.
Om het aantal in-/uitschakelingen per uur te vermin-
deren of om de ΔH te verminderen, kan een groter
vat worden geïnstalleerd.
Installeer het vat onmiddellijk na de pomp. De voor-
druk moet 0,7 x actueel setpoint bedragen.
53
en 54.
Membraanvat
Membraanvat
) in dit display in. Deze
min
Aanbevolen grootte van expansievat:
Nominaal debiet van
pomp
3
[m
/h]
0-6
7-24
25-40
41-70
71-100
Fabrieksinstelling
Zie paragraaf
24.
Fabrieksinstellingen.
13.20 Stop bij min. toerental
Met deze functie wordt de pomp uitgeschakeld als
het verbruik laag is of ontbreekt. Deze variant van de
uitschakelfunctie kan bijvoorbeeld worden gebruikt in
toepassingen met een constant niveau waarbij geen
drukverhoging nodig is.
Met deze functie wordt het toerental van de pomp
bewaakt. Als de PI-regelaar het toerental van de
pomp geforceerd heeft teruggebracht naar het mini-
mum op basis van de feedbackwaarde, wordt de
pomp na een vooraf ingesteld tijdsbestek uitgescha-
keld. De pomp blijft uitgeschakeld totdat de feed-
backwaarde afneemt en de PI-regelaar de pomp
opnieuw inschakelt.
"Stop bij min. toerental inschakelen"
De selectie schakelt de functie voor uitschakelen bij
min. toerental in.
"Vertraging"
De vereiste hoeveelheid tijd die de pomp op mini-
maal toerental moet werken voordat deze wordt uit-
geschakeld.
"Toerental bij herstarten"
Het toerental van de pomp, opgegeven in percen-
tage, waarbij de pomp opnieuw moet worden inge-
schakeld (hysterese). Het toerental bij herstart moet
hoger worden ingesteld dan het minimale toerental
van de pomp.
13.21 Leidingvulfunctie
Pompuitvoering
MTHE, CME
CRE, CRIE, CRNE,
SPKE, MTRE
Deze functie wordt doorgaans gebruikt bij drukverho-
gingstoepassingen en zorgt voor een geleidelijke
opstart van systemen met bijv. lege leidingen.
Inschakelen gebeurt in twee fasen. Zie afb. 55.
1. Vulfase.
De leidingen worden langzaam gevuld met water.
Wanneer de druksensor van het systeem merkt
dat de leidingen zijn gevuld, begint fase twee.
Typische grootte van
expansievat
[liter]
8
18
50
120
180
Leidingvulfunctie
●
●
1129
Advertenties
Inhoudsopgave
