Grundfos GO Remote en bekabelde
pompverbinding
1. Verbind de pompen met elkaar via een 3-aderige
afgeschermde kabel tussen de GENIbus klem-
men A, Y, B.
2. Schakel de pompen in.
3. Breng contact tot stand tussen een van de pom-
pen en Grundfos GO Remote.
4. Stel de benodigde analoge en digitale ingangen
in via Grundfos GO Remote op basis van de ver-
bonden apparatuur en de vereiste functionaliteit.
Zie paragraaf
13.45 Ondersteund pomp
5. Wijs een pompnaam toe aan de pomp met
behulp van Grundfos GO Remote. Zie paragraaf
13.39
"Pompnaam".
6. Wijs pompnummer 1 toe aan de pomp. Zie para-
graaf
13.28 "Nummer"
7. Verbreek de verbinding tussen Grundfos GO
Remote en de pomp.
8. Maak contact met de volgende pomp.
9. Stel de benodigde analoge en digitale ingangen
in via Grundfos GO Remote op basis van de ver-
bonden apparatuur en de vereiste functionaliteit.
Zie paragraaf
13.45 Ondersteund pomp
10. Wijs een pompnaam toe aan de pomp met
behulp van Grundfos GO Remote. Zie paragraaf
13.39
"Pompnaam".
11. Herhaal stappen 7 t/m 10 als meer pompen in het
systeem zijn geïnstalleerd.
12. Selecteer het menu "Assist" en kies Multipomp
instelling.
13. Selecteer de gewenste multipomp functie. Zie
paragrafen
13.48.1 "Wisselend
13.48.2 "Reservebedrijf"
13.48.3
"Cascade-bedrijf".
14. Druk op [>] om door te gaan.
15. Stel de tijd voor een pompwisseling in. Dit is het
tijdstip waarop moet worden overgeschakeld tus-
sen de twee pompen.
Deze stap is alleen van toepassing als u
"Wisselend bedrijf, tijd" hebt geselecteerd
en als de motoren zijn uitgerust met een
FM 300.
16. Druk op [>] om door te gaan.
17. Selecteer "BUS cable" als de communicatieme-
thode die moet worden gebruikt tussen de twee
pompen.
18. Druk op [>] om door te gaan.
19. Druk op "Select pump 2".
20. Selecteer de pomp uit de lijst.
Gebruik de toets [OK] of
tificeren van de pomp.
instellen.
(Pompnummer).
instellen.
bedrijf",
en
voor het iden-
21. Druk op [>] om door te gaan.
22. Bevestig de instelling door op [Send] te drukken.
23. Herhaal stappen 19 t/m 21 als meer dan twee
pompen in het systeem zijn geïnstalleerd. Zie
paragraaf
13.48.3
"Cascade-bedrijf".
24. Druk op [Finish] in het dialoogvenster "Setup
complete".
25. Wacht tot het groene lampje in het midden van
het Grundfos Eye oplicht.
Geavanceerd bedieningspaneel en draadloze
pompverbinding
1. Schakel de pompen in.
2. Stel op de pompen de analoge en digitale ingan-
gen in op basis van de verbonden apparatuur en
de vereiste functionaliteit. Zie paragraaf
13.45 Ondersteund pomp
3. Selecteer het menu Assist op een van de pom-
pen en kies Multipomp instelling.
4. Druk op [>] om door te gaan.
5. Selecteer Draadloos als de communicatieme-
thode die moet worden gebruikt tussen de pom-
pen.
6. Druk op [>] om door te gaan.
7. Selecteer de gewenste multipomp functie. Zie
paragrafen
13.48.1 "Wisselend
bedrijf",13.48.2 "Reservebedrijf"
13.48.3
"Cascade-bedrijf".
8. Druk driemaal op [>] om door te gaan.
9. Druk op [OK] om te zoeken naar andere pompen.
Het groene lampje in het midden van het Grund-
fos Eye knippert op de andere pompen.
10. Druk op de verbindingstoets op de pompen die
moeten worden toegevoegd aan het multipomp-
systeem.
11. Druk op [>] om door te gaan.
12. Stel de tijd voor een pompwisseling in. Dit is het
tijdstip waarop moet worden overgeschakeld tus-
sen de twee pompen.
Deze stap is alleen van toepassing als u
"Wisselend bedrijf, tijd" hebt geselecteerd
en als de motoren zijn uitgerust met een
FM 300.
13. Druk op [>] om door te gaan.
14. Druk op [OK] om de instelling te bevestigen.
De pictogrammen voor de multipompfunctie wor-
den onder aan de bedieningspanelen weergege-
ven.
instellen.
en
1139