Hoofdstuk 3: Systeemfuncties
•
Met-puls [min]: Wordt voor de duur van de geprogrammeerde tijd (in minuten)
of voor de actieve periode van de uitkomst van de logica, afhankelijk welke
hiervan de kortste is, geactiveerd.
•
Met-tijd [sec]: Wordt geactiveerd gedurende de geprogrammeerde tijd (in
seconden), ongeacht of er wijzigingen in de macro-output optreden.
•
Met-tijd [min]: Wordt geactiveerd gedurende de geprogrammeerde tijd (in
minuten), ongeacht of er wijzigingen in de macro-output optreden.
•
Opkomstvertraging [sec]: Wordt geactiveerd na de geprogrammeerde periode
(in seconden), tenzij het resultaat van de logische vergelijking niet langer
geldig is.
•
Opkomstvertraging [min]: Wordt geactiveerd na de geprogrammeerde periode
(in minuten), tenzij het resultaat van de logische vergelijking niet langer geldig
is.
•
Afvalvertraging [sec]: Volgt het resultaat van de logische vergelijking, maar
blijft actief gedurende de geprogrammeerde periode (in seconden) wanneer
het resultaat van de logische vergelijking niet langer actief is.
•
Afvalvertraging [min]: Volgt het resultaat van de logische vergelijking, maar
blijft actief gedurende de geprogrammeerde periode (in minuten) wanneer het
resultaat van de logische vergelijking niet langer actief is.
•
Latched: Wordt geactiveerd bij een van de eerste drie macro-inputs in de
logische vergelijking en wordt alleen door de vierde macro-input gereset.
Geprogrammeerde EN of OF functies worden niet gebruikt.
Opmerking:
In de modus Latched leidt het resetten van input element 4 niet tot
het resetten van de macro-output wanneer een van de input elementen (1,
2 of 3) actief is.
Pulsvergrendeling/ontgrendeling
Deze functie wordt alleen gebruikt voor speciale elektronische sloten die twee
aparte relais vereisen om op verschillende tijdstippen te worden gepulst en
geopend en die twee aparte zones vereisen voor bewaking.
De twee relais die hiervoor nodig zijn, zijn afkomstig van het relais zoals vermeld
in menu "5.1 Deuren" op pagina 243. Het "5.1.n.4 Deur uitgang" op pagina 245
geeft het ene relais aan, en de deurcontroller gebruikt het daaropvolgende
nummer voor het tweede relais dat het voor het slot nodig heeft. Als bijvoorbeeld
uitgang17 wordt ingevoerd als een Uitgangsnummer ontgrendelen en de optie op
'Ja' staat, worden uitgang 17 en 18 voor het slot gebruikt.
Voor deze handeling zijn er bovendien twee zones nodig. Eén voor het normale
deur open-contact (bijv. reedschakelaar) en een andere voor de bewaking van
de deurvergrendelstatus afkomstig van het elektronische slot. De twee vereiste
zones worden opgehaald van de opties "5.1.n.6.1.1 Deur ingang" op pagina 246
en "5.1.n.6.1.2 Tweede ingang" op pagina 255.
82
ATSx500A(-IP) Advisor Advanced Installatie- en Programmeerhandleiding