worden beheerd door deurcontrollers. Zie "Geavanceerde
toegangscontrolefuncties" op pagina 80.
Gebruik menu "5 Deurmenu" op pagina 243 om deuren te configureren.
Zie "Ingang-, uitgang- en deuradressering" op pagina 33 in Hoofdstuk 2
"Installatie".voor standaardadressering lezer, deuringang en vergrendeling
uitgangen,
Opmerking:
Het is niet vereist om triggers voor het beheer van deursloten te
configureren. De in menu "5.1.n.4 Deur uitgang" op pagina 245 ingestelde
uitgang overschrijft de uitgangconfiguratie.
Deurgroepen
Met deurgroepen wordt opgegeven wanneer toegang tot een bepaalde deur
wordt verleend. Deurgroepen worden aan gebruikers toegewezen. Elke
deurgroep kan een andere tijdsperiode (tijdschema) hebben wanneer toegang tot
verschillende deuren kan worden verleend.
Deurgroepen worden geprogrammeerd in "5.2 Deurgroepen" op pagina 263.
U kunt deurgroepen toewijzen aan gebruikers in "3.1.n.8.1 Deurgroep" op pagina
209.
Etages
Een etage is een element van de liftcontrolefunctionaliteit. Een etage is een
gemeenschappelijke ruimte voor alle liftcabines.
Etagegroepen
Met etagegroepen wordt opgegeven wanneer toegang tot een bepaalde etage
wordt verleend. Etagegroepen worden aan gebruikers toegewezen. Elke
etagegroep kan een andere tijdsperiode (tijdschema) hebben wanneer toegang
tot verschillende etages kan worden verleend.
Etagegroepen worden gebruikt in combinatie met etagegroepen (zie
"Deurgroepen" hierboven).
Etagegroepen worden geconfigureerd in "5.5 Etagegroepen" op pagina 267.
U kunt etagegroepen aan gebruikers toewijzen in "3.1.n.8.2 Etagegroep" op
pagina 209.
Basis toegangscontrolefuncties
Deur shunt
Deur shunts bieden een procedure om een open deur, die normaal gesproken
een alarm doet afgaan, gedurende een bepaalde periode te onderdrukken.
ATSx500A(-IP) Advisor Advanced Installatie- en Programmeerhandleiding
Hoofdstuk 3: Systeemfuncties
79