Advertenties
Door de gebruiker programmeerbare functies
U kunt uw eigen gebruikersfuncties programmeren, die later automatisch of
handmatig kunnen worden geactiveerd. U kunt bijvoorbeeld een
gebruikersfunctie programmeren om een gebied in te stellen of een uitgang in te
schakelen, en daar vervolgens een tijdschema voor definiëren.
Programmeermenu
Het functieprogrammeringsmenu is toegankelijk vanuit verschillende menu's
waar door de gebruiker programmeerbare functies worden toegepast.
De lijst van toegestane functies kan van menu tot menu verschillen.
Ga als volgt te werk om een gebruikersfunctie te programmeren:
1 Type
>Geen<
Kies eerst een geschikt functietype.
Opmerking:
Afhankelijk van de optie in het gebruikersmenu moet u mogelijk
eerst een objecttype kiezen, bijvoorbeeld Deur of Gebied.
Configureer vervolgens functieparameters.
De beschikbare parameters zijn afhankelijk van het geselecteerde functietype.
Voor bepaalde typen zijn parameters uitgeschakeld.
Opmerking: Bepaalde functies vereisen eerst vrijgave door (Hoofd) gebruiker.
Om dit te deactiveren, kan optie "8.2.1 Acceptatie vereist" uit gezet worden. Dit is
alleen toegestaan wanneer de locale regelgeving dit toestaat. Zie "Vereiste voor
gebruikerscode" op pagina 134 voor meer informatie.
Afhankelijk van de activeringsmethode kunnen de volgende functietypes en -
parameters beschikbaar zijn.
Tabel 18: Beschikbare functietypen en parameters
Type
Beschrijving
Geen
Geen functie toegewezen
Inschakelen
Inschakelen van gebieden [1][2]
Uitschakelen
Gebieden uitschakelen [1]
Trigger
Een triggerstatus wijzigen
Gedeeltelijk
Gedeeltelijk inschakelen 1 voor
inschakelen 1
gebieden [1][2]
ATSx500A(-IP) Advisor Advanced Installatie- en Programmeerhandleiding
Hoofdstuk 3: Systeemfuncties
Beschikbare parameters
Geen
1. Gebieden selecteren
2. Gebiedsgroepen selecteren
3. Gebruiker code vereiste
1. Gebieden selecteren
2. Gebiedsgroepen selecteren
1. Triggernaam
2. Status wijzigen: Clear, Actief of Schakel
1. Gebieden selecteren
2. Gebruiker code vereiste
103
Advertenties
