Hoofdstuk 4: Programmeren
Opmerking:
U kunt de meeste instellingen later wijzigen via het menu
"8.7 Centrale" (zie pagina 305)
Zie ook "1.7 Herinstallatie" op pagina 175.
Let op:
Schakel het systeem uit en vervolgens in nadat u de
standaardinstellingen van de centrale heeft ingesteld.
Automatische configuratie
Tijdens de tweede systeemstart vraagt de centrale om een automatische
systeemconfiguratie te activeren.
Auto Config?
>Ja<
Selecteer Nee en druk op Enter om te annuleren.
Selecteer Ja en druk op Enter om de automatische configuratie uit te voeren.
Het systeem configureert de volgende elementen:
1. GI's en DI's.
GI 1-16 LAN1
R-?-------------
DI 1-15 LAN1
-?-------------
Aud 1-16 BUS1
-?-------------
LAN modules worden op een manier automatisch geconfigureerd die
vergelijkbaar is met de configuratie via het menu voor het weergeven van
apparaten. Zie "2.1 Modules weergeven" (Geïnstalleerde externe apparaten)
op pagina 176 voor meer informatie.
2. Ingangen.
Ingangen worden geconfigureerd in overeenstemming met het aantal
geïnstalleerde interne en externe DI's alsmede het aantal fysieke ingangen in
een toestand die vergelijkbaar is met die van de standaard toestand van de
ingang.
Opmerking:
De standaardtoestand van de ingang is afhankelijk van
"2.2.2.n.4.4 Ingang modus" op pagina 189 en "8.6.1 Ingang modus" op pagina
303.
Na voltooiing van de configuratie wordt het aantal geconfigureerde elementen
weergegeven.
Toegevoegd
R:1 D:0 Z:8
A:0
144
ATSx500A(-IP) Advisor Advanced Installatie- en Programmeerhandleiding