Hoofdstuk 3: Systeemfuncties
Ingangen
Een ingang is een elektrisch signaal van een beveiligingsapparaat of een groep
apparaten (infrarooddetector, deurcontact) naar het Advisor Advanced-systeem.
Elk apparaat kan met een ingangsnummer en naam worden geïdentificeerd. Bijv.
ingang 14, Branduitgang.
De ingangsaansluiting wordt beschreven in Hoofdstuk 2 "Installatie > Ingangen-
aansluitingen" op pagina 24.
Voor ingangsconfiguraties, zie "Ingangen configuratie" op pagina 31.
Het adresseren van ingangen wordt beschreven in "Ingang-, uitgang- en
deuradressering" op pagina 33.
Het programmeren van ingangen wordt uitgevoerd via "4.1 Ingangmenu" op
pagina 213 (in Hoofdstuk 5 "Overzicht van menu").
Ingangstypes
De volgende ingangstypes zijn beschikbaar.
1. Alarm
Genereert geen alarm wanneer het gebied is uitgeschakeld.
Genereert een alarm wanneer het gebied is ingeschakeld.
Bijvoorbeeld: interne deur, PIR (bewegingsmelder).
2. In-/Uitloop 1
Genereert geen alarm wanneer het gebied is uitgeschakeld.
Op het moment dat het gebied wordt ingeschakeld, start de uitlooptijd.Het
activeren van de ingang zal geen alarm genereren. De inlooptijd start op het
moment dat een ingang wordt geactiveerd nadat de uitlooptijd is verstreken. Er
wordt alleen een alarm gegenereerd wanneer de inlooptijd is verstreken.
Bijvoorbeeld: voordeur.
U dient de in-/uitlooptijd te activeren. Zie "4.2 Gebieden" op pagina 230 voor
meer informatie.
3. Toegang
Genereert geen alarm wanneer het gebied is uitgeschakeld.
Genereert een alarm wanneer het gebied is ingeschakeld en de in-/uitlooptijd van
het gebied niet actief is.
Bijvoorbeeld: PIR bij de ingang met een deurcontact op de ingangsdeur.
U dient de in-/uitlooptijd te activeren. Zie "4.2 Gebieden" op pagina 230 voor
meer informatie.
ATSx500A(-IP) Advisor Advanced Installatie- en Programmeerhandleiding
49