Hoofdstuk 2: Installatie
Onderhoud
De inbraakcentrale mag alleen door speciaal onderhoudspersoneel worden
onderhouden. De schroef van de behuizing is bedoeld om het product tegen
onbedoeld gebruik te beveiligen.
Bij metalen behuizingen is de schroef al in de fabriek geïnstalleerd. Bij plastic
behuizingen moet de schroef, aanwezig in de behuizing, voor de eerste
ingebruikname worden geïnstalleerd.
Verwijder de behuizingsschroef en open de deksel om de behuizing te openen.
Plaats na onderhoud de deksel terug en bevestig deze met de
afdekkingsschroef.
Aansluiting netspanning
De elektrische installatie moet worden uitgevoerd door een vakman.
Solide isolatie van de voedingskabels van het gebouw moet voldoen aan de
technische en milieutechnische specificaties van de apparatuur.
Draadisolatie van kabels aangesloten op de apparatuur moet voldoen aan
IEC 60332-1-2 en IEC 60332-1-3 of IEC 60332-2-2, afhankelijk van de
draaddoorsnede, of IEC TS 60695-11-21, ongeacht de draaddoorsnede.
Alternatief moeten dergelijke draden voldoen aan UL 2556 VW-1. Er moet een
draaddoorsnede worden gekozen die een stroom van 2 A kan weerstaan.
Gebruik de netspanning-aansluitconnector voor de aansluiting van de
netspanning. Sluit vaste of flexibele bedrading aan op een geaarde
netspanningsaansluiting. Wanneer vaste bekabeling wordt gebruikt, plaatst u een
speciale meerpolige stroomonderbreker in het stroomverdelingsnetwerk. In elk
geval moet de netaansluiting aan de lokale voorschriften voldoen.
Sluit altijd de aardingsdraad van het gebouw aan en zorg ervoor dat de
verbinding betrouwbaar is. Zie ook "Aarding" op pagina 21.
Als de centrale met vaste kabels op het net aangesloten is, moet de aarde draad
langer zijn dan de fase en nul draad.
Sluit de binnenkomende fase en nul draad volgens het label op het net
aansluitblok aan. Dit zorgt ervoor dat de lijn door de netzekering beschermd
wordt en dat het onderhoud door onderhoudspersoneel kan worden uitgevoerd.
Voordat u de netspanning aansluit, moet de netspanning uitgeschakeld zijn.
Gebruik bij het installeren van de netspanning trekontlastingen zoals
kabelbinders en PG16's om een goede bekabeling te waarborgen en het risico
op beschadiging van de kabels tijdens installatie en gebruik te minimaliseren. Als
doordrukplaatjes voor het doorvoeren van producten worden gebruikt, moet
teven gebruik worden gemaakt van door UL-V2 (of hoger) goedgekeurde PG16-
16
ATSx500A(-IP) Advisor Advanced Installatie- en Programmeerhandleiding