Hoofdstuk 3: Systeemfuncties
Terwijl de test wordt uitgevoerd, schuift de lijst van niet-geteste ingangen
automatisch verder. Op het scherm wordt een ingang weergegeven en de
toestand waarin deze zich moet bevinden. In het onderstaande scherm wordt
bijvoorbeeld getoond dat ingang 1 moet worden geactiveerd.
Ingang 1
Activatie
Ingangen verdwijnen uit de weergegeven lijst zodra deze zijn getest.
Wanneer alle ingangen met succes zijn getest, wordt het volgende bericht
weergegeven.
Looptest OK
Druk op Enter
De test wordt geannuleerd als op de knop Wissen wordt gedrukt. Er geldt tevens
een maximum tijdslimiet voor de test, die is ingesteld in "8.1.3.3 Looptest" (zie
pagina 287). De test is mislukt indien de tijdslimiet is overschreden. Indien een
installateurslooptest is mislukt en de overbrugging van rapportage bij het openen
van de installateursmenu niet is ingeschakeld, wordt een bericht verstuurd naar
de particuliere alarmcentrale waarin wordt vermeld dat de test is mislukt (zie
"Toegang tot het installateursmenu" op pagina 134).
Per ingang: looptest
U kunt ook "1.2.5.3 Looptest/zone" op pagina 159 gebruiken om een enkele
ingangslooptest uit te voeren met dezelfde regels als de installateurlooptest die
hierboven beschreven wordt.
Looptestmodus
Met een speciale looptestmodus kunt u de functionaliteit van het volledige
alarmsysteem controleren. In deze modus moet een onderhoudstechnicus of
bewaker zoveel mogelijk acties uitvoeren in de bediening van het alarmsysteem.
Dit kan het in- en uitschakelen, inlopen en uitlopen, activeren van alle melders en
sabotages omvatten. Het systeem werkt op de normale manier, waarbij alle
alarm- en sabotagegebeurtenissen naar de alarmcentrale worden verstuurd,
maar er wordt geen enkele systeemsirene geactiveerd.
Hierdoor kan de operator van de alarmcentrale alle ontvangen alarmen
controleren om na te gaan of alle systeemfuncties correct werken.
Actieve looptest
Met actieve looptests kunt u alarmdoormeldingen testen als tegelijkertijd een
bevestigde alarmsimulatie (vereist door ACPO). zich voordoet
Kies ingang A voor A-alarm en ingang B voor B-alarm.
Activeer eerst ingang A en vervolgens ingang B.
De centrale simuleert een bevestigd alarm en verzendt alle geschikte
raportgebeurtenissen naar het PAC.
ATSx500A(-IP) Advisor Advanced Installatie- en Programmeerhandleiding
95