Hoofdstuk 5: Overzicht van menu
Specifieke PSTN- en ISDN-opties
9.1.n.4 Telefoon
4 Telefoon
>
<
Elke particuliere alarmcentrale kan rapporteren via 1 telefoonnummer. Het
telefoonnummer kan uit maximaal 20 cijfers bestaan. De volgende speciale
tekens zijn beschikbaar:
•
P: pauze (3 sec).
•
T: wachten op kiestoon.
Opmerking:
Druk twee keer op de desbetreffende toets om een teken in te
voeren.
Specifieke IP- en GSM/GPRS-opties
9.1.n.4 Bestemming/IP
1>Type
Telefoon
Het menu Bestemming bevat de configuratie van de rapportageontvanger.
9.1.n.4.1 Bestem. naam
1 Bestem. naam
>
<
Elke PAC rapporteert aan één IP-adres.
Een bestemmingsnaam kan een numeriek IP-adres of een alfanumeriek
domeinadres zijn. Zie ook "Een hostadres bewerken" op pagina 138.
9.1.n.4.2 Bestem. poort
4 Bestem.poort
>
<
De bestemmingspoort wordt gebruikt om te rapporteren aan de host die is
geselecteerd in "9.1.n.4.1 Bestem. naam" hierboven.
9.1.n.4.3 Ping host
Pingen...
Tx/Rx: 2/2
Met de opdracht Ping host kunt u een ping versturen naar de opgegeven PAC.
Deze opdracht wordt gebruikt om te controleren of de PAC aanwezig en
toegankelijk is via de centrale in het netwerk.
De Tx/Rx-waarde geeft aan hoeveel pakketten zijn verstuurd en ontvangen.
324
ATSx500A(-IP) Advisor Advanced Installatie- en Programmeerhandleiding