6 Uitgangen & filters
1>Conditiefilter
2 Uitgangen
In dit hoofdstuk over programmering worden alle uitgangen, filters en
activeringen, en hun opties geprogrammeerd. Uitgangen op de centrale of DI,
alsmede systeemactiveringen kunnen worden geactiveerd.
6.1 Conditiefilters
01>Interne sire>
02 Externe siren
Een conditiefilter is een combinatie van voorwaarden in logische functies. Er zijn
maximaal 64 conditiefilters te programmeren.
Filterinstellingen
6.1.0 Filter toevoegen
Open de menuoptie Filter toevoegen om een conditiefilter toe te voegen. Als het
filter met succes is aangemaakt, wordt het volgende bericht weergegeven:
INFO
Fltr toegevgd
Het nieuwe filter krijgt de standaardnaam "Filter N" en wordt aan het einde van
het conditiefilter geplaatst. U kunt nu de gegevens ervan gaan bewerken.
6.1.n Filter selecteren
Selecteer het bestaande filternummer dat u wilt programmeren.
6.1.n.1 Filternaam
1 Filternaam
>Filter 52
<
Aan de hand van de naam kan de installateur de filter identificeren, zodat de
functie duidelijker is.
6.1.n.2 Formule
0>Gebrtns toevgn
----------------
Met dit menu kunt u de filterformule definiëren. Er kunnen maximaal
4 gebeurtenissen worden gecombineerd in één formule.
ATSx500A(-IP) Advisor Advanced Installatie- en Programmeerhandleiding
Hoofdstuk 5: Overzicht van menu
269