Hoofdstuk 5: Overzicht van menu
5.1.n.6.1.3 DTLO-ingang
0>Ongebruikt
17 Ingang 17
Specificeer de ingang die de DTLO (deur te lang open)-alarmvoorwaarde voor de
gespecificeerde deur meldt.
Opmerking:
DTLO-rapportage moet worden ingeschakeld in Shunt-opties. Zie
"5.1.n.6.5.5 DTLO" op pagina 259.
5.1.n.6.2 Deur ontgrendeld
1> Tot gesloten
Nee
Het menu bevat diverse opties voor het ontgrendelproces van de geselecteerde
deur.
5.1.n.6.2.1 Tot gesloten
1 Tot gesloten
>Nee<
Met deze optie wordt vastgelegd wanneer de deur opnieuw wordt vergrendeld
via de vertraging voor opnieuw vergrendelen.
•
Ja: De deur wordt pas opnieuw vergrendeld nadat de deur is gesloten. Deze
optie wordt gebruikt wanneer het vergrendelmechanisme bij vergrendeling
verhindert dat de deur wordt gesloten.
•
Nee: De deurvergrendeling wordt opnieuw vergrendeld (na afloop van de
ontgrendeltijd enzovoort), ongeacht of de deur open of gesloten is.
5.1.n.6.2.2 Tot geopend
2 Tot geopend
>Nee<
U kunt om veiligheidsredenen de deur opnieuw vergrendelen op het moment dat
deze opengaat. De deur blijft vergrendeld totdat hij wordt geopend, en het
deurrelais wordt gedeactiveerd nadat de deur wordt geopend.
De deur blijft ontgrendeld zolang de ontgrendeltijd loopt, of de deur blijft gesloten
(de langste van de twee). Zie ook "5.1.n.5.1 Ontgrendeltijd" op pagina 245.
5.1.n.6.2.3 Pulsvergr. & -ontgr.
3 Puls ver&ontgr
>Nee<
Deze functie wordt alleen gebruikt voor speciale elektronische sloten die twee
aparte relais vereisen om op verschillende tijdstippen te worden gepulst en
geopend en die twee aparte zones vereisen voor bewaking. Als deze functie op
Ja is ingesteld, is het gebruikelijke openen met doorhalen uitgeschakeld. Tenzij
anders aangegeven, moet deze optie altijd op Nee worden ingesteld.
256
ATSx500A(-IP) Advisor Advanced Installatie- en Programmeerhandleiding