Hoofdstuk 5: Overzicht van menu
•
O: uitbreidingsmodule
•
R: GI
•
E: DI
De standaardnaam van de uitgang "E3.7" wordt bijvoorbeeld gegeven aan de
uitgang toegewezen aan fysieke uitgang 7 op DI 3.
6.2.n.2 Uitgangslocatie
2>Uitganglocatie
Centrale 1.6
De uitgangslocatie is een "read only"-veld dat de fysieke locatie weergeeft van de
uitgang in formaat "<module> <y>.<z>", waarbij <module> een centrale, een DI
of een GI kan zijn, <y> het modulenummer, en <z> is een module-
uitgangsnummer is.
6.2.n.3 Inverteren
3 Inverteren
>Nee<
Met de optie Inverteren wordt bepaald of de uitgang wordt geïnverteerd.
6.2.n.4 Start filter
00>Ongebruikt
01 Interne sire
Gebruik het Start filtermenu om de conditiefilter aan te geven die de uitgang
activeert. De functie van de uitgang wordt bepaald in de uitgangactiveringmodus,
beschreven in "6.2.n.6 Modus" hieronder.
6.2.n.5 Stop filter
00>Ongebruikt
01 Interne sire
Gebruik het Stop filtermenu om aan te geven welke extra conditiefilter de
gekozen uitgang zal deactiveren.
6.2.n.6 Modus
6>Modus
Volg
De volgende modi zijn beschikbaar:
•
Volg: De uitgangstatus is gelijk aan de startconditiefilterstatus, of totdat de de
stopconditiefilter actief wordt.
Het begin van de uitgangsactivatie hangt af van de vertraging die is
geprogrammeerd in "6.2.n.7.1 Vertragings tijd" op pagina 274.
Als de vertraging is geprogrammeerd op 0, wordt de uitgang direct
geactiveerd. Anders wordt de uitgang alleen geactiveerd als het
startconditiefilter actief is geweest gedurende de geprogrammeerde tijd.
272
ATSx500A(-IP) Advisor Advanced Installatie- en Programmeerhandleiding