Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Voerlaad- En Mengproces - LELY Vector Gebruikershandleiding

Automatisch voersysteem
Verberg thumbnails Zie ook voor Vector:
Inhoudsopgave

Advertenties

gespecificeerd, gekoppeld aan locaties. Om het voer met de juiste frequentie te verstrekken en om de
prioriteit tussen de verschillende groepen van dieren te bepalen, moet in T4C de minimale voerhoogte
worden vastgelegd.
Afhankelijk van de ingestelde scantijd, bijvoorbeeld elk uur, rijdt de meng- en voerrobot de route door de
stal langs het voerhek en meet deze de voerhoogte op elke locatie in de stal. Wanneer de gemeten
voerhoogte op een locatie te laag is, wordt het voerlaad- en mengproces gestart. Wanneer de gemeten
voerhoogte op twee of meer locaties te laag is, bepaalt de voerregelaar welke voergroep als eerste
gevoerd wordt. Wanneer de dieren hetzelfde rantsoen krijgen en per locatie geen volle mengbak
benodigd wordt, is het mogelijk dat de locaties gedurende dezelfde taak worden gevoerd.
4.3.1

Voerlaad- en mengproces

Het voerlaad- en mengproces start zodra de meng- en voerrobot is gekoppeld aan de oplader onder het
voerlaadpunt.
Wanneer een voergrijper aanwezig is
Afhankelijk van de rantsoeninstellingen, beweegt de voergrijper naar de eerste voersoort op de
opslaglocaties met de hoogste prioriteit. Wanneer de voerkeuken is voorzien van een brugkraan, begint
de kraan met de voergrijper te bewegen naar de eerste locatie.
Alle voersoorten worden in de voerkeuken opgeslagen op specifieke opslaglocaties (blokken). De
voergrijper meet de hoogte van het voer en pakt het voer op. De voergrijper schat het gewicht van het
voer en wanneer de hoeveelheid te groot is, herhaalt de voergrijper het oppakken. Vervolgens beweegt
de voergrijper en, indien van toepassing de brugkraan, naar de meng- en voerrobot. De voergrijper
beweegt naar het voerlaadpunt en de grijper opent, zodat het voer in de mengbak valt. De mengvijzel
begint met mengen. De messen van de mengvijzel en het contrames helpen bij het mengen van de
verschillende voersoorten. De meng- en voerrobot weegt hoeveel voer is geladen. Afhankelijk van de
vulvolgorde van de in T4C ingesteld voersoorten , pakt de voergrijper een lading van hetzelfde voer, of
van de volgende voersoort in het rantsoen. De verschillende voersoorten worden geladen, tot de
ingestelde hoeveelheid van elk type voer is geladen.
Het is mogelijk extra mengtijd (tussenmengen) in te stellen, om het mengen tijdens het laden te
verbeteren.
Gedurende dit proces kunnen overige voersoorten worden toegevoegd:
Krachtvoer wanneer een of meerdere krachtvoerverdelers (frequentie gewicht) zijn geïnstalleerd.
Mineralen of overige additieven wanneer een of meerdere additievendispensers (frequentie-puls) zijn
geïnstalleerd.
Krachtvoer of overige voersoorten wanneer gebruik wordt gemaakt van een digitaal uitgangssignaal.
Nadat alle voersoorten en additieven zijn geladen, wordt het mengen gedurende een ingestelde tijd
voortgezet (namengen).
Wanneer ruwvoer wordt geladen vanuit een (toren)silo
Ruwvoer kan worden geladen vanuit een of meerdere (toren)silo's of transporteurs met behulp van een
digitaal uitgangssignaal. Ook andere voertypen kunnen worden toegevoegd via additievendispensers
(frequentie-puls) of krachtvoervijzels (frequentie-gewicht). De meng- en voerrobot mengt het voer tijdens
het laden en nadat alle voersoorten zijn geladen.
Beschrijving
in n o vato rs in ag ric u ltu re
4-13

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave