De meng- en voerrobot is de
weg kwijtgeraakt tijdens het
volgen van een strip
Tijdens het volgen van een strip
reageert de meng- en voerrobot
onmiddellijk wanneer deze niet
meer op de strip is gecentreerd.
Zo kan de meng- en voerrobot
snel genoeg reageren om een
bocht te volgen.
Wanneer de sensoren te dicht op
de strip staan, zal de meng- en
voerrobot veel later reageren.
Ook wanneer speling aanwezig is
in de kettingen, zal de meng- en
voerrobot laat reageren.
Door slip of zijdelings
inwerkende krachten
(zwaartekracht tijdens het rijden
op een helling of een zwenkwiel
dat niet vrij draait) wordt de
situatie verergerd.
Ook voer dat is klemgeraakt
onder de meng- en voerrobot is
een mogelijke oorzaak.
3C65 MFR kan strip niet vinden (R <P1> A <P2>)
De meng- en voerrobot kan de
strip niet vinden wanneer de
robot een bocht maakt.
Bijvoorbeeld tijdens een route-
actie waarin een bocht moet
worden gemaakt tot een strip is
gevonden. Wanneer de meng- en
voerrobot de strip niet snel
genoeg kan detecteren, wordt
dit alarm gegenereerd.
Storingen opsporen en verhelpen
Oplossing:
Plaats de meng- en voerrobot
handmatig weer op de strip en
hervat de route. Controleer of de
meng- en voerrobot vrij naar
links en rechts kan bewegen,
verwijder eventueel onder het
schort aanwezig voer.
Oplossing:
Controleer of de meng- en
voerrobot vrij kan draaien en of
deze op de juiste positie op de
route een draai maakt. Rijd de
meng- en voerrobot indien nodig
handmatig naar de juiste positie
voor de bocht, waar de robot de
strip zeker zal vinden en de route
kan hervatten.
in n o vato rs in ag ric u ltu re
Preventieve maatregel:
Neem contact op met uw Lely
Center voor advies. Wanneer de
meng- en voerrobot een strip
volgt, hoort deze recht te rijden.
Een slingerbeweging is een
aanwijzing dat de sensoren
mogelijk moeten worden
afgesteld, of dat de kettingen
moeten worden gespannen.
Preventieve maatregel:
Vraag uw Lely Center ervoor te
zorgen, dat de acties
voorafgaand aan deze bocht een
duidelijk resetpunt hebben en
zich geen mogelijkheden voor
slip of verstoringen voordoen,
zodat de meng- en voerrobot in
de juiste positie de draai maakt.
Controleer de afstellingen van
de sensoren.
7-15