•
Door een overmaat aan voer
aan het einde van het
voerhek, kan een meng- en
voerrobot opzij worden
geduwd, dit kan van invloed
zijn op (de) volgende
routeactie(s)
Resetpunt gemist
•
Wanneer een meng- en
voerrobot een muur raakt,
voorbij het punt waar deze had
moeten stoppen op een
resetstrip, heeft de robot
mogelijk te laat gezocht naar de
resetstrip, of deze heeft de strip
mogelijk niet herkend. Het
verschil tussen het detecteren
van staal en geen staal moet
groot genoeg zijn, om beide
sensoren gelijktijdig een strip te
laten herkennen.
Resetstrips moeten zo dicht
mogelijk bij elkaar en haaks op
de rijrichting zijn geplaatst.
Hoeken moeten bij voorkeur niet
groter zijn dan 30 graden, maar
zeker niet meer dan 45 graden .
Wanneer er veel voer op een
resetstrip ligt , kan de meng- en
voerrobot naar het midden
worden geduwd, waardoor deze
de strip mist. Vochtig vuil en ijs
op de sensoren of strips
beïnvloedt de metingen. Een
onjuiste afstelling van de
sensoren maakt ze
onbetrouwbaar.
7-4
Rijd de meng- en voerrobot
handmatig terug tot een positie
voor de resetstrip en hervat de
route. Verwijder voer dat zich
heeft opgehoopt op de
resetstrip . Reinig de inductieve
sensor en controleer of zich geen
metaal onder de sensor bevindt.
in n o vato rs in ag ric u ltu re
Voorkom overmatige
•
ophopingen van rest(voer).
Stop het uitdoseren
vroegtijdig (alleen uit te
voeren door
servicemonteurs) of
verwijder het voer met
regelmaat.
Reinig de sensor, controleer of
de hoogte-afstelling van de
sensorbeugel correct is.
Vraag uw Lely Center om te
controleren of de sensoren
correct zijn gepositioneerd in
hun houder (niet omhoog
geduwd). Vraag hem om de
wieldiameter af te stellen
wanneer de meng- en voerrobot
structureel te laat de
resetpunten ziet (diameter
vergroten) en laat hem
onbetrouwbare routes
verbeteren (positionering en
gebruik van resetstrips).
Storingen opsporen en verhelpen