5.4
Optioneel programmeerapparaat FBG11B
Plaats van de toetsen en de pictogrammen op het programmeerapparaat:
5.4.1
Functies van het programmeerapparaat
Met de toetsen UP/DOWN/ENTER/OUT kunt u in het menu navigeren. Met de toetsen
RUN en STOP/RESET kunt u de aandrijving aansturen. Met de setpoint-instelmodule
kan het setpoint worden ingesteld.
RUN
STOP
RESET
De toets STOP/RESET heeft voorrang op vrijgave via de klemmen of vrijgave via de
STOP
STOP
interface. Als u een aandrijving met de STOP/RESET-toets laat stoppen, moet u deze
RESET
RESET
met de RUN-toets weer vrijgeven.
AANWIJZING
Na de uitschakeling van de netvoeding is de vergrendeling door de STOP-toets opge-
heven!
Nadat een fout is opgetreden en een foutreactie is geprogrammeerd, kunt u met de
STOP/RESET-toets een reset uitvoeren. De aandrijving is dan geblokkeerd en moet
met de RUN-toets worden vrijgeven. Met parameter 760 kunt u de STOP-functie via
FBG11B deactiveren.
Als u de aandrijving met de STOP/RESET-toets laat stoppen, knippert de weergave
RUN
RUN
Stop. Dit betekent dat u de aandrijving met de toets "RUN" moet vrijgeven.
Nadat de parameterset naar MOVITRAC
gestopt.
Technische handleiding – MOVITRAC
Optioneel programmeerapparaat FBG11B
Met UP/DOWN kunt u symbolen selecteren en waarden wijzigen.
Met ENTER/OUT kunnen symbolen of parametermenu's worden geactiveerd
out
Enter
en gedeactiveerd.
Met "RUN" kan de aandrijving worden gestart.
Met "STOP/RESET" kunt u fouten resetten en de aandrijving stoppen.
®
B
Inbedrijfstelling
®
B is gekopieerd, is het apparaat eveneens
I
5
0 0
45