2
Veiligheidsaanwijzingen
De volgende fundamentele veiligheidsaanwijzingen dienen ter voorkoming van
persoonlijk letsel en materiële schade. De gebruiker moet garanderen dat de fundamen-
tele veiligheidsaanwijzingen worden gelezen en opgevolgd. Verzeker u ervan dat
personen die verantwoordelijk zijn voor de installatie en het bedrijf, alsook personen die
zelfstandig aan de installatie werken, de technische handleiding helemaal gelezen en
begrepen hebben. Neem bij onduidelijkheden of behoefte aan meer informatie contact
op met Vector Aandrijftechniek.
2.1
Algemeen
Beschadigde producten mogen nooit worden geïnstalleerd of in bedrijf gesteld. Meld
beschadigingen direct bij het transportbedrijf.
Tijdens het bedrijf kunnen applicatieregelaars, overeenkomstig hun beschermings-
graad, spanningsvoerende, ongeïsoleerde, eventueel bewegende of roterende delen
en hete oppervlakken hebben.
Bij niet-toegestane verwijdering van de vereiste afdekking, ondeskundig gebruik, bij
onjuiste installatie of bediening bestaat gevaar voor ernstig persoonlijk letsel of ernstige
schade aan installaties.
In de documentatie vindt u meer informatie.
2.2
Doelgroep
Alle werkzaamheden met betrekking tot de installatie, inbedrijfstelling, het opheffen van
storingen en onderhoud moeten door gekwalificeerd elektrotechnisch vakpersoneel
worden verricht (neem hierbij IEC 60364 resp. CENELEC HD 384 of DIN VDE 0100 en
IEC 60664 of DIN VDE 0110 en de nationale veiligheidsvoorschriften in acht).
Met gekwalificeerd elektrotechnisch vakpersoneel worden in de context van deze funda-
mentele veiligheidsaanwijzingen personen bedoeld, die vertrouwd zijn met de opstel-
ling, montage, inbedrijfstelling, programmering, parametrering en werking van het
product, en die over de voor de desbetreffende werkzaamheden vereiste kwalificaties
beschikken. Bovendien moeten zij vertrouwd zijn met de geldige veiligheidsvoor-
schriften en wetten, met name de vereisten van categorie 4 conform EN 954-1 en de
andere in deze documentatie genoemde normen, richtlijnen en wetten. De genoemde
personen moeten de uitdrukkelijk door het bedrijf verleende autorisatie hebben om
apparaten, systemen en stroomkringen conform de normen van de veiligheidstechniek
in bedrijf te stellen, te programmeren, te parametreren, te markeren en te aarden.
Alle werkzaamheden op het gebied van transport, opslag, bedrijf en verwijdering
moeten worden uitgevoerd door personen die de juiste opleiding hebben gehad.
®
Handboek – MOVIDRIVE
MDX61B Optie veiligheidsmodule DCS21B/31B
Veiligheidsaanwijzingen
Algemeen
2
7