Bij gebruik van absolute encoders geldt bovendien:
•
•
4.8.1
Combinatie van verschillende encodertypen
Afhankelijk van de toepassingssituatie kunnen verschillende encodertypen worden
gecombineerd. Let hierbij op de volgende beperkingen:
•
•
AANWIJZING
Als de combinatie incrementale encoder met sin/cos-encoder of de interne encoder-
waarde van de regelaar als "Encoder 1" en de absolute encoder als "Encoder 2" met
positieverwerking wordt geconfigureerd, dient de "hoogwaardigere" encoder als
processensor op encoder-ingang 2. Dit is pas mogelijk vanaf firmwareversie 02.
•
•
®
Handboek – MOVIDRIVE
Aansluiting van de positie- en snelheidssensoren
Absolute encoders kunnen met de data-indeling SSI-binair of SSI-Graycode worden
ingelezen. Dit wordt ingesteld via de configuratiesoftware in de encoderdialoog.
De datalengte bedraagt 24 bit.
Als er bewakingsfuncties met positieverwerkingen worden gebruikt, moet minstens
een sensor als absolute encoder zijn uitgevoerd.
Bij de combinatie van een absolute en een incrementele encoder moet u de incre-
mentele encoder aansluiten op X84 en de absolute encoder op X85.
Als de interne encoderwaarde van de regelaar moet worden gebruikt, moet deze in
het programma MOVISAFE
reerd.
Als de encoderconfiguratie achteraf wordt gewijzigd, is het mogelijk dat de
bestaande parametreringen van de bewakingsfuncties niet meer compatibel zijn met
de nieuwe encoderconfiguratie. Controleer in dat geval alle gebruikte bewakings-
functies met betrekking tot hun parametrering en waardenbereik. SEW-
EURODRIVE adviseert de in het hoofdstuk "Appendix" vermelde encoders.
MDX61B Optie veiligheidsmodule DCS21B/31B
®
CONFIG/ASSIST als "Encoder 1" worden geconfigu-
Installatie
4
33