Woordenlijst
11
Optie DFE12B
11
Woordenlijst
40
Begrip
Betekenis
DHCP
Dynamic Host Configuration Protocol.
Hiermee kunt u met behulp van een server een IP-adres en andere configuratieparameters
aan automatiseringscomponenten in een netwerk toewijzen.
TCP
Transmission Control Protocol.
Bevestigd, op verbinding gericht transportprotocol.
UDP
User Datagram Protocol.
Onbevestigd transportprotocol zonder verbinding.
IP
Internet Protocol.
Protocol voor dataoverdracht via internet.
IP address
Een IP-adres bestaat uit 32 bits die voor de overzichtelijkheid in vier zogenaamde octetten
van elk 8 bits zijn onderverdeeld. Deze waarden worden door vier decimale getallen weer-
gegeven die door punten van elkaar worden gescheiden, bijvoorbeeld "192.168.1.1". Een
IP-adres is onderverdeeld in een netwerkdeel (net-ID) en een knooppuntadres (host-ID)
Subnet-
Het subnetmasker bepaalt welk deel van het IP-adres wordt gebruikt voor de adressering
masker
van het netwerk en welk deel wordt gebruikt voor de adressering van een deelnemer
(host). Alle bits in het subnetmasker die op 1 zijn ingesteld, vertegenwoordigen het net-
werkdeel (net-ID), alle bits die op 0 zijn ingesteld het knooppuntadres (host-ID). In een
klasse-B-netwerk is het subnetmasker bijvoorbeeld 255.255.0.0, d.w.z. de eerste twee
bytes van het IP-adres duiden het netwerk aan.
Standaard-
IP-adres van de deelnemer in het subnetwerk die de verbinding met andere netwerken
gateway
maakt.
Client
Toepassing die instructies gebruikt van een andere computer.
Voorbeeld: een besturing gebruikt een instructie van de optie DFE12B voor de cyclische
data-uitwisseling.
Server
Toepassing op een computer die instructies geeft aan andere computers.
Voorbeeld: de optie DFE12B geeft een besturing de instructie voor de cyclische proces-
data-uitwisseling.
Broadcast
Broadcast (zending) is een dataoverdracht aan alle deelnemers binnen een distributielijst
of netwerk.
Patchkabel
Netwerkkabel voor de verbinding van eindapparatuur (bijvoorbeeld MOVIDRIVE
MDX61B met optie DFE12B) met netwerkinfrastructuurcomponenten (bijvoorbeeld
switches). De kabels voor RX en TX tussen eindapparatuur en netwerkcomponenten
(bijvoorbeeld switches) zijn 1:1 verbonden.
Cross-over-
Netwerkkabel voor de onderlinge verbinding van eindapparatuur (bijvoorbeeld tussen
®
kabel
MOVIDRIVE
STP
Shielded Twisted Pair. Afgeschermde paarsgewijs getwiste kabel.
UTP
Unshielded Twisted Pair. Niet-afgeschermde paarsgewijs getwiste kabel.
Handboek – MOVIDRIVE
MDX61B met optie DFE12B en een pc).
®
MDX61B-veldbusinterface DFE12B PROFINET IO
®