Montage- en installatie-instructies
4
TCP/IP-adressering en subnetwerken
Standaard-
gateway
14
Als u het IP-adres en het subnetmasker onder elkaar schrijft, ziet u dat in de binaire
weergave van het subnetmasker alle enen het netwerkadres bepalen en alle nullen het
adres van de deelnemer (Æ volgende tabel).
decimaal
IP-adres
binair
decimaal
Subnetmasker
binair
Het klasse-C-netwerk met het adres 192.168.10. wordt verder onderverdeeld door het
subnetmasker 255.255.255.128. Er ontstaan twee netwerken met de adressen
192.168.10.0 en 192.168.10.128.
De volgende deelnemeradressen zijn toegestaan in beide netwerken:
•
192.168.10.1 ... 192.168.10.126
•
192.168.10.129 ... 192.168.10.254
De netwerkdeelnemers bepalen door de logische bewerking van IP-adres en subnet-
masker of een communicatiepartner zich in hetzelfde netwerk of in een ander netwerk
bevindt. Als de communicatiepartner zich in een ander netwerk bevindt, dan wordt de
standaardgateway aangesproken.
De standaardgateway wordt eveneens via een 32-bits adres aangesproken. Het 32-bits
adres wordt door vier decimale getallen weergegeven, die door punten van elkaar
worden gescheiden.
Voorbeeld: 192.168.10.1
De standaardgateway vormt de verbinding met andere netwerken. Zo kan een netwerk-
deelnemer die een andere deelnemer wil aanspreken, het IP-adres met het subnet-
masker logisch bewerken en zo bepalen of de gezochte deelnemer zich in hetzelfde net-
werk bevindt. Als dit niet het geval is, spreekt hij de standaardgateway (router) aan die
zich in hetzelfde netwerk moet bevinden. De standaardgateway neemt dan de verdere
verzending van de datapakketten over.
Handboek – MOVIDRIVE
Byte 1
Byte 2
192
.
168.
11000000
.
10101000
255
.
255
11111111
.
11111111
®
MDX61B-veldbusinterface DFE12B PROFINET IO
Byte 3
Byte 4
.
10
.
128
.
00001010
.
10000000
.
255
.
128
.
11111111
.
10000000