Een afzonderlijke aandrijfas wordt onder PROFINET IO als module weergegeven.
In deze module kunnen verschillende submodules worden gestoken. De submodules
definiëren daarbij de procesdata-interface naar de IO-controller of gegevenstransports-
partner. U hebt daarmee provider- of consumentkwaliteit. Het model biedt de mogelijk-
heid om in één IO-Device meerdere modules te steken voor meerasssige systemen die
beschikken over een gemeenschappelijke PROFINET IO-interface. Ook daarbij verte-
genwoordigt elke module weer een afzonderlijke as. De insteekplaats 0 (slot 0) wordt
gebruikt als Device Access Point (DAP) en vertegenwoordigt in principe de IO-device.
6.2
Procesdataconfiguratie
De optie DFE12B ondersteunt 10 verschillende procesdataconfiguraties. Op insteek-
plaats 1 (slot 1) kunnen modules met 1 tot 10 I/O-woorden worden gestoken. De confi-
guratie staat op 3 I/O-procesdatawoorden nadat het apparaat is ingeschakeld en
voordat de communicatie wordt opgebouwd door de I/O-controller. Deze kan tijdens de
communicatieopbouw door de IO-Controller worden gewijzigd. De actuele configuratie
wordt weergegeven in P090 PD-configuratie.
Toegestane
configuraties
ID
101
102
103
104
105
106
107
108
109
110
Het DAP (Device Access Point) is ontworpen als ID 100 (slot 0, subslot 1)
®
Handboek – MOVIDRIVE
MDX61B-veldbusinterface DFE12B PROFINET IO
Bedrijfsbedrag met PROFINET
Procesdataconfiguratie
Procesdatabreedte
1 I/O-procesdatawoord
2 I/O-procesdatawoorden
3 I/O-procesdatawoorden
4 I/O-procesdatawoorden
5 I/O-procesdatawoorden
6 I/O-procesdatawoorden
7 I/O-procesdatawoorden
8 I/O-procesdatawoorden
9 I/O-procesdatawoorden
10 I/O-procesdatawoorden
I
6
0 0
27