5.2
Kantstrooien naast eigen, op dezelfde wijze te
behandelen percelen (met uitgezondering van
oppervlaktewater)
Indien onder bepaalde omstandigheden over de perceelsgrens bemest
mag worden, bv. wanneer twee gelijkmatig te behandelen velden aan elkaar
grenzen (met uitzondering van oppervlaktewater) kan door een andere
instelling van de schoepen of langere stand van de schoepen tot op de
perceelsgrens een nagenoeg volledige bemesting worden uitgevoerd (zie
afb. 5.2) en daarmee een onderbemesting van de grensstrook worden
voorkomen. In dit geval moet de afstelling van de doseerschuif niet
verminderd worden.
Voor instelling van de schoepen zie de tabellen 5.2.1. tot 5.2.3.
40
Tele-Set
TS 5-9
II
I
TS 5-9
95 mm