Pagina 1
Bedieningshandleiding ZA-M 900 ZA-M 1200 ZA-M 1500 Kunstmeststrooier Lees deze bedieningshandleiding voor gebruik door en volg de MG 1600 aanwijzingen zorgvuldig op! BAG0092.0 02.07 Bewaar de Printed in Germany bedieningshandleiding voor toekomstig gebruik!
Pagina 2
Het mag niet onbelangrijk of overbodig voorkomen, deze gebruiksaanwijzing te lezen en zich aan de aanwijzingen te houden; het volstaat niet van anderen te horen, dat de machine goed is, ze daarom te kopen en te denken dat alles vanzelf gaat.
Pagina 3
Hasbergen Tel.: + 49 (0) 5405 501-290 Fax.: + 49 (0) 5405 501-106 E-mail: et@amazone.de Online onderdelencatalogus: www.amazone.de Vermeld bij uw bestelling van onderdelen s.v.p. altijd het identificatienummer van de machine (tien cijfers). Over deze bedieningshandleiding Documentnummer: MG 1600 Productiedatum: 02.07...
Pagina 4
U kunt uw suggesties per fax aan ons doorgeven. AMAZONEN-WERKE H. DREYER GmbH & Co. KG Postfach 51 D-49202 Hasbergen Tel.: + 49 (0) 5405 50 1-0 Fax.: + 49 (0) 5405 501-234 E-mail: amazone@amazone.de BAG0092.0 02.07...
Inhoud Tips voor de gebruiker ................8 Doel van het document .......................8 Plaatsaanduidingen in de bedieningshandleiding..............8 Gebruikte beschrijvingen.....................8 Algemene veiligheidsinstructies ..............9 Verplichtingen en aansprakelijkheid..................9 Beschrijving van veiligheidssymbolen................11 Organisatorische maatregelen................... 12 Veiligheids- en beschermingsvoorzieningen ..............12 Vrijblijvende veiligheidsmaatregelen.................. 12 Scholing van de personen ....................13 Veiligheidsmaatregelen voor normaal gebruik ..............
Pagina 7
Inhoud 10.5 Aanwijzingen voor het strooien van slakkenkorrels (bijv. Mesurol) ........111 10.5.1 Combinatiematrix voor kunstmeststrooiers geschikt voor het verspreiden van slakkenkorrels......................... 112 Storingen ....................113 11.1 Verhelpen van storingen in de agitator ................113 11.2 Storingen, oorzaken en oplossingen................114 11.3 Storingen, oorzaken en oplossingen................
Tips voor de gebruiker Tips voor de gebruiker Het hoofdstuk Tips voor de gebruiker bevat informatie over het omgaan met de bedieningshandleiding. Doel van het document Deze bedieningshandleiding • beschrijft de bediening en het onderhoud van de machine. • voorziet u van belangrijke informatie om veilig en efficiënt met de machine te werken.
Algemene veiligheidsinstructies Algemene veiligheidsinstructies Dit hoofdstuk bevat belangrijke instructies om veilig met de machine te werken. Verplichtingen en aansprakelijkheid Instructies in de bedieningshandleiding opvolgen Kennis van de basisveiligheidsinstructies en veiligheidsvoorschriften is de eerste voorwaarde om veilig en zonder storingen met de machine te kunnen werken.
Pagina 10
Algemene veiligheidsinstructies Gevaren bij het werken met de machine De machine is gebouwd volgens de allernieuwste techniek en de erkende veiligheidstechnische regels. Toch kunnen er zich bij het gebruik van de machine gevaren en beschadigingen voordoen • voor het leven van de gebruiker of derden, •...
Algemene veiligheidsinstructies Beschrijving van veiligheidssymbolen Veiligheidsinstructies worden aangegeven met een driehoekig veiligheidssymbool en een signaalwoord. Het signaalwoord (GEVAAR, WAARSCHUWING, VOORZICHTIG) beschrijft de ernst van het dreigende gevaar en heeft de volgende betekenis: GEVAAR verwijst naar een direct gevaar met een hoog risico dat de dood of zwaar lichamelijk letsel (verlies van lichaamsdelen of langdurig letsel) ten gevolge kan hebben als het gevaar niet wordt vermeden.
Algemene veiligheidsinstructies Organisatorische maatregelen De eigenaar dient de benodigde persoonlijke veiligheidsuitrustingen ter beschikking te stellen, zoals: • Veiligheidsbril • Veiligheidsschoenen • Beschermende kleding • Beschermingsmiddelen voor de huid, enz. De bedieningshandleiding • altijd daar bewaren waar de machine wordt gebruikt! •...
Algemene veiligheidsinstructies Scholing van de personen Alleen geschoolde en geïnstrueerde personen mogen met/aan de machine werken. De eigenaar dient de bevoegdheden voor het bedienen en onderhouden duidelijk vastleggen. Personen die nog moeten worden opgeleid, mogen alleen onder toezicht van een ervaren persoon met/aan de machine werken. Personen Voor de Geïnstrueerd...
Algemene veiligheidsinstructies Veiligheidsmaatregelen voor normaal gebruik Gebruik de machine alleen als alle veiligheids- en beschermingsvoorzieningen volledig functioneren. Controleer de machine tenminste een keer per dag op waarneembare schade en het correct functioneren van de veiligheids- en beschermingsvoorzieningen. Gevaren door resterende energie Houd rekening met mechanische, hydraulische, pneumatische en elektrische/elektronische resterende energie in de machine.
Algemene veiligheidsinstructies WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten door breuk van dragende onderdelen. Het is verboden • om te boren in frame of onderstel. • om bestaande gaten in frame of onderstel op te boren. •...
Algemene veiligheidsinstructies 2.13 Waarschuwingsstickers en overige aanduidingen op de machine Houd alle waarschuwingsstickers op de machine altijd schoon en goed leesbaar! Vervang onleesbare waarschuwingsstickers. Bestel de waarschuwingsstickers aan de hand van het bestelnummer (bijv. MD 075) bij uw dealer. Opbouw waarschuwingssticker Waarschuwingsstickers geven gevaarlijke plaatsen op de machine aan en waarschuwen voor restgevaren.
Pagina 17
Algemene veiligheidsinstructies Bestelnummer en toelichting Waarschuwingssticker MD 075 Gevaar als gevolg van snijden of amputatie van vingers en handen als gevolg van bewegende machinedelen! Deze gevaren kunnen zwaar letsel met verlies van delen van vingers of handen veroorzaken. Reik nooit met uw handen of armen in de gevaarlijke plaats zolang de tractormotor met aangesloten cardanas / hydraulisch systeem loopt.
Pagina 18
Algemene veiligheidsinstructies Bestelnummer en toelichting Waarschuwingssticker MD 082 Gevaar voor personen voor het vallen van treeplanken en platforms bij het meerijden op de machine resp. bij het beklimmen van aangedreven machines! Dit gevaar kan zwaar letsel met mogelijk de dood tot gevolg veroorzaken.
Pagina 19
Algemene veiligheidsinstructies Bestelnummer en toelichting Waarschuwingssticker MD 093 Gevaar voor vastgrijpen of opwikkelen door toegankelijke aangedreven elementen van de machine! Dit gevaar kan zwaar letsel met mogelijk de dood tot gevolg veroorzaken. Open of verwijder nooit de afschermsystemen van de aangedreven elementen van de machine, •...
Pagina 20
Algemene veiligheidsinstructies Bestelnummer en toelichting Waarschuwingssticker MD 097 Gevaar als gevolg van bekneld raken of zich stoten tussen de achterzijde van de tractor en de machine bij het aan- en afkoppelen van de machine! Dit gevaar kan zwaar letsel met mogelijk de dood tot gevolg veroorzaken.
Pagina 21
Algemene veiligheidsinstructies Bestelnummer en toelichting Waarschuwingssticker MD 106 Gevaar als gevolg van bekneld raken en /of zich stoten door het onbedoeld bewegen van niet-vergrendelde machinedelen! Dit gevaar kan zwaar letsel met mogelijk de dood tot gevolg veroorzaken. Vergrendel bewegende machinedelen met behulp van de veiligheidsvergrendeling tegen onbedoeld bewegen, voordat u zich in de gevarenzone begeeft.
Algemene veiligheidsinstructies 2.13.1 Plaats van de waarschuwingsstickers en overige aanduidingen Waarschuwingssticker De volgende afbeeldingen geven aan waar de waarschuwingsstickers op de machine zijn aangebracht. Afb. 1 Afb. 2 Afb. 3 BAG0092.0 02.07...
Algemene veiligheidsinstructies 2.14 Gevaren bij het negeren van de veiligheidsinstructies Het negeren van de veiligheidsinstructies • kan personen in gevaar brengen, schadelijk zijn voor het milieu en beschadigingen aan de machine veroorzaken. • kan leiden tot het verlies van alle aanspraken op schadevergoeding.
Algemene veiligheidsinstructies 2.16 Veiligheidsinstructies voor de gebruiker WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten vanwege het ontbreken van verkeers- en gebruiksveiligheid! De machine en tractor voor gebruik altijd controleren op verkeers- en gebruiksveiligheid! 2.16.1 Algemene veiligheidsinstructies en voorschriften ter voorkoming van ongevallen •...
Pagina 25
Algemene veiligheidsinstructies • Zet de steunelementen (indien aanwezig) bij het aan- en afkoppelen van machines in de juiste stand (stabiliteit bij stilstand)! • Let bij het gebruik van de steunelementen op de plekken waar u bekneld kunt raken! • Ga bij het aan- en afkoppelen van machines aan of van de tractor bijzonder voorzichtig te werk! Tussen tractor en machine bevinden zich bij de koppelingspunten plekken waar u bekneld kunt raken!
Pagina 26
Algemene veiligheidsinstructies Transport van de machine • Bij het rijden op de openbare weg dient u zich aan de geldende verkeersregels te houden! • Controleer voor transport ο of voedingskabels correct zijn aangebracht; ο of de verlichting werkt, schadevrij en schoon is; ο...
Algemene veiligheidsinstructies • Pas uw rijsnelheid aan de omstandigheden ter plaatse aan! • Schakel bij bergaf rijden een lagere versnelling in! • Schakel de onafhankelijke wielremmen tijdens transport altijd uit (pedalen vergrendelen)! 2.16.2 Hydraulisch systeem • Het hydraulische systeem staat onder hoge druk! •...
Algemene veiligheidsinstructies 2.16.3 Elektrisch systeem • Bij werkzaamheden aan het elektrische systeem dient u altijd de accu (minpool) los te koppelen! • Gebruik uitsluitend de voorgeschreven zekeringen. Het gebruik van te zware zekeringen veroorzaakt onherstelbare schade aan het elektrische systeem – brandgevaar! •...
Pagina 29
Algemene veiligheidsinstructies • Let in bochten op de toelaatbare hoek en de schuifafstand van de cardanas! • Controleer vóór het inschakelen van de aftakas, of het gekozen aftakastoerental van de tractor overeenkomt met het toelaatbare aandrijftoerental van de machine. • Stuur personen weg uit de gevarenzone van de machine voordat u de aftakas inschakelt.
Algemene veiligheidsinstructies 2.16.5 Kunstmeststrooier • Er mag zich niemand in het werkbereik bevinden! Gevaar voor weggeslingerde mestdeeltjes. Stuur iedereen weg uit de strooizone van de kunstmeststrooier voordat u de strooischijven inschakelt. Blijf uit de buurt van roterende strooischijven. • Vul de kunstmeststrooier alleen bij uitgeschakelde tractormotor, verwijderde contactsleutel en gesloten schuiven.
Op- en afladen Op- en afladen WAARSCHUWING Gevaar als gevolg van bekneld raken en/of zich stoten door het onbedoeld vallen van de omhoog gebrachte machine! • Gebruik beslist de aangegeven sjorpunten voor het bevestigen van bevestigingsmiddelen, wanneer u de machine met behulp van een hefwerktuig op- en aflaadt.
Beschrijving van het product Beschrijving van het product Dit hoofdstuk • geeft een uitgebreid overzicht van de opbouw van de machine. • geeft de namen van de afzonderlijke bedieningshendels. Lees dit hoofdstuk bij voorkeur bij de machine. Zo raakt u optimaal vertrouwd met de machine.
Beschrijving van het product Veiligheids- en beschermingsvoorzieningen (8) Kettingbeveiliging van de roerasaandrijving (9) Asbeveiliging tussen midden- en haakse overbrenging (10) Cardanasbeveiliging (11) Buisafschermbeugel bij gebruik van de strooischijven OM 24-36 (12) Afscherm- en functierooster in de bak (13) Veiligheidssymbolen (waarschuwingsstickers) Overzicht –...
Beschrijving van het product Gebruik volgens voorschriften De AMAZONE-kunstmeststrooiers ZA-M 900 / 1200 / 1500 • zijn uitsluitend bedoeld voor het normale gebruik bij landbouwkundige werkzaamheden en geschikt voor het strooien van droge, gegranuleerde, korrelvormige en kristallijne meststoffen, zaden alsmede slakkenkorrels;...
Beschrijving van het product In de gevarenzone van de machine mogen geen personen aanwezig zijn • zolang de tractormotor met aangesloten cardanas / hydraulisch systeem draait. • zolang tractor en machine niet tegen onbedoeld starten en wegrollen zijn beveiligd. De bedieningspersoon mag de machine alleen bewegen of werkgereedschappen van transport- in arbeidsstand en van arbeidsstand in transportstand zetten of in beweging brengen wanneer er geen personen in de gevarenzone van de machine...
Beschrijving van het product 4.10 Benodigde tractoruitrusting Om de machine in overeenstemming met de voorschriften te gebruiken, dient de tractor te voldoen aan de volgende voorwaarden. Motorvermogen van de tractor Bakinhoud: 900 l vanaf 45 kW (60 pk) 1200 l vanaf 60 kW (80 pk) 1500 l vanaf 65 kW (90 pk)
Dit hoofdstuk informeert u over de opbouw van de machine en de werking van de afzonderlijke componenten. Werking Afb. 7 De kunstmeststrooier AMAZONE ZA-M is voorzien van twee trechterpunten en uitwisselbare strooischijven (Afb. 7/1), die tegengesteld aan de rijrichting en tegengesteld...
Opbouw en werking Afscherm- en functierooster in de bak Het uitklapbare afscherm- en functierooster dekken de complete bak af en dienen • als bescherming tegen het per ongeluk aanraken van de draaiende roerspiraal. • bij het vullen als bescherming tegen verontreinigingen en mestklonters.
Opbouw en werking Strooischijven In rijrichting gezien: • linkerstrooischijf (Afb. 14/1) met markering • rechterstrooischijf (Afb. 14/2) met markering Strooiplaat: • Lang (Afb. 14/3) - waarden van de instelschaal tussen 5 en 28. • Kort (Afb. 14/4) – waarden van de Afb.
Opbouw en werking Opmerkingen bij de strooischijven OM 10-12 en OM 10-16 5.3.1 De strooischijf OM 10-12 is ontwikkeld voor klanten die • rijpaden met afstanden van 10 resp. 12 m aanleggen (Afb. 16 en Afb. 17). • problemen ondervinden bij het grensstrooien.
Opbouw en werking Agitator Spiraalvormige roerassen in de trechterpunten (Afb. 18/1) zorgen voor een gelijkmatige stroom mestkorrels op de strooischijven. De langzaam roterende, spiraalvormige segmenten van de agitator transporteren de mestkorrels gelijkmatig naar de betreffende uitwerpopening. Afb. 18 Sluitschuiven en doseerschuiven Doseerschuiven Het instellen van de strooihoeveelheid vindt als volgt plaats:...
Opbouw en werking Bij uitgeschoven schuifstang (Afb. 21/1) is de schuif geopend. Omdat de strooi-eigenschappen van kunstmest onderling nogal verschillen, wordt aangeraden om de geselecteerde schuifstand voor de gewenste strooihoeveelheid door middel van een kwantiteitscontrole te controleren. Afb. 21 Grens-/randstrooien Limiter M (optioneel) Ligt het 1e rijpad op een halve werkbreedte van de veldrand, dan kan de grens met behulp van...
Pagina 44
Opbouw en werking De grensstrooischijven Tele-Set (optioneel) Hiermee kan langs veldgrenzen worden gestrooid zoals vastgelegd in de mestrichtlijnen. TS 5-9 voor afstanden van 5 t/m 9 m tot de veldgrens. TS 10-14 voor afstanden van 10 t/m 14 m tot de veldgrens.
Opbouw en werking Cardanas De cardanas zorgt voor de krachtoverbrenging tussen tractor en machine. • Cardanas serie (810 mm) • Cardanas met wrijvingskoppeling (optioneel, 760 mm) De wrijvingskoppeling altijd aan de machine aanbouwen! • Cardanas Telespace (optioneel, 810 mm, telescopisch) WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken door onbedoeld starten en onbedoeld wegrollen van tractor en machine!
Pagina 46
Opbouw en werking WAARSCHUWING Gevaar voor vastgrijpen en opwikkelen door niet-beveiligde onderdelen van de cardanas in de buurt van de krachtoverbrenging tussen tractor en aangedreven machine! Werk alleen met volledig beveiligde aandrijving tussen tractor en aangedreven machine. • De niet-beveiligde onderdelen van de cardanas moeten altijd door een beschermplaat op de tractor en een afschermtrechter op de machine zijn beveiligd.
Opbouw en werking 5.7.1 Cardanas aankoppelen WAARSCHUWING Gevaar als gevolg van bekneld raken of zich stoten door te weinig vrije ruimte bij het aankoppelen van de cardanas! Koppel de cardanas aan de tractor, voordat u de machine aan de tractor koppelt. Zo zorgt u voor de benodigde ruimte voor het veilig aankoppelen van de cardanas.
Opbouw en werking 5.7.2 Cardanas loskoppelen WAARSCHUWING Gevaar als gevolg van bekneld raken of zich stoten door te weinig vrije ruimte bij het afkoppelen van de cardanas! Koppel de machine van de tractor af, voordat u de cardanas van de tractor afkoppelt.
Opbouw en werking Cardanas met wrijvingskoppeling (optioneel) Bij het frequent afbreken van de breekbout tussen aansluitvorkflens en ingaande-asflens van de aandrijving en bij tractoren met hard aangrijpende aftakaskoppeling wordt de Walterscheid-cardanas met wrijvingskoppeling aanbevolen (Afb. 27). Montage: 1. Demonteer de standaard cardanas. 2.
Pagina 50
Opbouw en werking Demontage: 1. Draai de contramoer (Afb. 27/1) in de aansluitvork van de wrijvingskoppeling los. Draai de schroefdraadstift (Afb. 27/2) naar buiten. 2. Drijf de aansluitvork met behulp van een platte staaf vanaf de achterzijde door de sleuf in de achterwand van de afschermtrechter (aan de onderzijde van de trechter) van de ingaande as van de aandrijving.
Opbouw en werking Hydraulische aansluitingen WAARSCHUWING Infectiegevaar door hydraulische olie die onder hoge druk naar buiten stroomt! Bij het aansluiten en loskoppelen van de hydraulische slangleidingen moet het hydraulische systeem van zowel de tractor als de machine drukloos zijn! Raadpleeg bij letsel door hydraulische olie direct een arts. Alle hydraulische slangleidingen zijn voorzien van een kleurcodering, zodat alle drukleidingen met de juiste tractorregeleenheid kunnen worden verbonden!
Opbouw en werking VOORZICHTIG Bij een lekkende tractorregeleenheid en/of langere pauzes, bijv. bij transportritten, moeten de blokkeerkranen worden gesloten om automatisch openen van gesloten schuiven te voorkomen. Blokkeerkraan gesloten (Afb. 29/A). Afb. 29 Blokkeerkraan geopend (Afb. 29/B). 5.9.1 Hydraulische slangleidingen aansluiten WAARSCHUWING Gevaar door onjuist aangesloten hydraulische slangleidingen! Let bij het aansluiten van de hydraulische slangleidingen op de...
Opbouw en werking 5. Sluit de met een rode kabelbinder gecodeerde drukleiding aan op de "vooruit"- aansluiting van een dubbel- of enkelvoudig werkende regeleenheid. 6. Sluit de met twee rode kabelbinders gecodeerde retourleiding aan op een drukloze retourleiding die rechtstreeks op het hydraulische reservoir is aangesloten.
Opbouw en werking 5.10 Boordcomputer (optioneel) Voor toepassing van de ZA-M met boordcomputer AMATRON resp. AMADOS moet beslist de informatie in de bedieningshandleiding AMATRON resp. AMADOS in acht worden genomen! Met de boordcomputer (optioneel) AMATRON resp. AMADOS kan de ZA-M kunstmeststrooier comfortabel worden aangestuurd, bediend en bewaakt.
Noodzakelijk als beschermingsvoorziening bij toepassing van de strooischijven • OM 24-36 Afb. 33 – Voor elke ZA-M • OM 18-24 Afb. 34 – Voor ZA-M 900 Dient als rambeveiliging, als ongevallenpreventie Afb. 33 bij draaiende strooischijven. Afb. 34 BAG0092.0 02.07...
Afb. 35 5.14 Bakopzetstukken (optioneel) Smalle bakopzetstukken: S350 voor ZA-M 900 S500 voor ZA-M 1200 / 1500 Brede bakopzetstukken L800 voor ZA-M 900 L1000 voor ZA-M 1200 / 1500 De opzetstukken kunnen op verschillende manieren worden gecombineerd, zodat een capaciteit van maximaal 3000 l (ZA-M 1500) kan worden bereikt (zie Technische gegevens).
Opbouw en werking 5.15 2-weg-eenheid (optioneel) De 2-weg-eenheid is nodig bij de hydraulische enkelschuifbediening bij tractoren met slechts een enkelvoudig werkende hydraulische aansluiting. Afb. 37 → Blokkeerkranen gesloten Afb. 38 → Blokkeerkranen geopend Strooien aan één kant met 2-weg-eenheid: Het volgende moet worden uitgevoerd bij strooien aan één kant of bij het bestrooien van landbouwgrond voor het onafhankelijk sluiten resp.
Opbouw en werking 5.16 3-weg-eenheid (optioneel) De 3-weg-eenheid is nodig voor de hydraulische enkelschuifbediening en het gebruik van de Limiter M bij tractoren met slechts één enkelvoudig werkende hydraulische aansluiting. Afb. 39 BAG0092.0 02.07...
Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling Dit hoofdstuk voorziet u van informatie over • het inbedrijfstellen van uw machine; • de wijze waarop u kunt controleren of u de machine aan uw tractor kunt aansluiten/aankoppelen. • Voor het inbedrijfstellen van de machine moet de gebruiker deze handleiding hebben gelezen en begrepen.
Inbedrijfstelling Controleren of de tractor geschikt is WAARSCHUWING Het negeren van de gebruiksvoorschriften kan leiden tot gevaar als gevolg van breuk, onvoldoende stabiliteit en onvoldoende stuur- en remvermogen van de tractor! • Controleer of uw tractor geschikt is voordat u de machine aan de tractor koppelt.
Inbedrijfstelling 6.1.1.1 Benodigde gegevens voor de berekening Afb. 40 [kg] Eigen gewicht van tractor zie bedieningshandleiding van tractor of [kg] Voorasbelasting van de lege tractor kentekenbewijs [kg] Achterasbelasting van de lege tractor [kg] Totaalgewicht van aan achterzijde zie technische gegevens van machine of het aangekoppelde machine of gewicht aan gewicht aan de achterzijde achterzijde...
Pagina 62
Inbedrijfstelling 6.1.1.2 Berekening van het minimaal noodzakelijke ballastgewicht voor G om de V min bestuurbaarheid van de tractor te waarborgen • − • • • Voer de waarde van het berekende minimale ballastgewicht G V min dat aan de voorzijde van de tractor nodig is, in de tabel (hoofdstuk 6.1.1.7) in.
Pagina 63
Inbedrijfstelling 6.1.1.7 Tabel Daadwerkelijke waarde Toelaatbare waarde Dubbel toelaatbaar volgens berekening volgens draagvermogen bedieningshandleiding (twee banden) van tractor Minimaal ballastgewicht voor/achter Totaalgewicht ≤ Voorasbelasting ≤ ≤ ≤ ≤ Achterasbelasting • Raadpleeg het kentekenbewijs van uw tractor voor de toelaatbare waarden voor het totaalgewicht van de tractor, de asbelastingen en het draagvermogen van de banden.
Inbedrijfstelling Montage van de cardanas VOORZICHTIG • Gebruik alleen de door AMAZONE voorgeschreven cardanas! • Monteer de cardanas alleen bij niet-aangebouwde strooier en in onbeladen toestand. WAARSCHUWING Gevaar voor vastgrijpen of opwikkelen door de onbeschermde ingangsas van de ingangsoverbrenging bij onjuiste montage van...
Pagina 65
Inbedrijfstelling 1. Draai de arreteringsbout (Afb. 41/1) los. 2. Draai de trechter (Afb. 42/1) in de montagestand (Afb. 42/2). 3. Trek de beschermkap (Afb. 42/3) los. 4. Reinig en smeer de ingaande as van de aandrijving. 5. Maak de smeernippel (Afb. 43/1) los en bevestig de cardanas (Afb.
Inbedrijfstelling Lengte van de cardanas aan de tractor aanpassen WAARSCHUWING Gevaar als gevolg van beschadigde en/of vernielde, rondgeslingerde onderdelen, wanneer de cardanas bij het omhoog/omlaag brengen van de op de tractor aangekoppelde machine wordt samengedrukt of uit elkaar wordt getrokken, omdat de lengte van de cardanas niet goed is aangepast! Laat de lengte van de cardanas in alle bedrijfsstanden door een vakwerkplaats controleren en zo nodig aanpassen, voordat u de...
Pagina 67
Inbedrijfstelling WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken door onbedoeld • wegrollen van de tractor en de aangekoppelde machine! • zakken van de opgelichte machine! Beveilig de tractor en de machine tegen onbedoeld starten en wegrollen, en de opgelichte machine tegen onbedoeld zakken voordat u de gevarenzone tussen tractor en opgelichte machine betreedt voor het aanpassen van de cardanas.
Inbedrijfstelling Beveilig de tractor/machine tegen onbedoeld starten en wegrollen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, scharen, snijden, vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, ingesloten raken of stoten bij handelingen aan de machine • als gevolg van aangedreven machinedelen. • als gevolg van het onbedoeld aandrijven van machinedelen resp.
Inbedrijfstelling Afstellen van de systeemomschakelbout op het strooiventielblok Alleen voor Comfort-uitrusting! Afb. 45/... (1) Systeemomschakelbout (2) Aansluiting LS voor Load-Sensing- regelleiding Afb. 46/... (1) Tractor-aansluiting Load-Sensing- regelleiding (2) Tractor-aansluiting Load-Sensing- drukleiding (3) Tractor-aansluiting drukloze retourleiding Afb. 45 De afstelling van de systeemomschakelbout op het strooiventielblok is afhankelijk van het hydraulische systeem van de tractor.
Machine aan- en afkoppelen Machine aan- en afkoppelen Raadpleeg bij het aan- en afkoppelen van machines het hoofdstuk "Veiligheidsinstructies voor de gebruiker", blz. 24. WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, vastgrijpen, opwikkelen en/of stoten als gevolg van het onbedoeld starten en wegrollen van de tractor bij het aan- of afkoppelen van de cardanas en de voedingskabels! Beveilig de tractor en de machine tegen onbedoeld starten en...
Machine aan- en afkoppelen Machine aankoppelen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken en/of stoten bij het aankoppelen van de machine tussen tractor en machine! Stuur personen weg uit de gevarenzone tussen tractor en machine voordat u naar de machine rijdt. Aanwezige personen mogen alleen aanwijzingen naast de tractor en de machine aanwijzingen geven en pas na stilstand tussen tractor en machine gaan staan.
Pagina 72
Machine aan- en afkoppelen WAARSCHUWING Gevaar voor uitval van de energietoevoer tussen tractor en machine als gevolg van beschadigde voedingskabels! Let bij het aansluiten van de voedingskabels op het verloop van de voedingskabels. De voedingskabels • moeten bij alle bewegingen van de aangekoppelde machine soepel meedraaien zonder spanning, knikken of wrijving.
Machine aan- en afkoppelen 7.3 Controleer of de aftakas van de tractor is uitgeschakeld. 7.4 Koppel de cardanas aan, zie hiertoe het hoofdstuk "Cardanas aankoppelen", vanaf blz. 47. 7.5 Sluit de hydraulische slangleidingen aan, zie hiertoe het hoofdstuk "Hydraulische slangleidingen aansluiten", vanaf blz.
Pagina 74
Machine aan- en afkoppelen Na het afkoppelen van de machine moet er voldoende ruimte vóór de machine zijn om de tractor in één lijn naar de machine te rijden. 1. Plaats de machine met lege bak met lege bak op een horizontaal oppervlak met een stevige ondergrond.
Alle afstellingen van de centrifugaalstrooier AMAZONE ZA-M vinden plaats volgens de gegevens in de strooitabel. Alle universele soorten kunstmest worden in de Amazone- strooihal verspreid en de hierbij verkregen afstelgegevens worden in de strooitabel opgenomen. De in de strooitabel vermelde soorten kunstmest verkeerden bij het bepalen van de waarden in optimale toestand.
Pagina 76
(optioneel) worden gecontroleerd. Kan de kunstmest niet onder een bepaalde soort in de strooitabel worden ingedeeld, dan levert de AMAZONE-mestservice direct aan de telefoon of na het toesturen van een klein mestmonster (3 kg) adviezen voor de instelling.
Instellingen Instelling van de aanbouwhoogte WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken en/of stoten voor personen achter/onder de kunstmeststrooiers als gevolg van het onbedoeld wegvallen van de machine, wanneer de topstanghelften per ongeluk uit elkaar worden gedraaid of getrokken! Stuur personen weg uit de gevarenzone achter resp. onder de machine, voordat u de montagehoogte van de topstang instelt.
Instellingen 8.1.1 Normale bemesting De opgegeven aanbouwhoogten, doorgaans horizontaal 80/80, in cm gelden voor de normale bemesting. Bij de voorjaarsbemesting, als de planten al een groeihoogte van 10 - 40 cm hebben, moet de halve groeihoogte bij de opgegeven aanbouwhoogten (bijv. 80/80) worden opgeteld. Bij een groeihoogte van 30 cm moet dus aanbouwhoogte 95/95 worden ingesteld.
Instellingen Instellen van de strooihoeveelheid Bij de ZA-M met boordcomputer, zie bedieningshandleiding boordcomputer! Stel de voor de gewenste strooihoeveelheid vereiste schuifstand via beide stelhefbomen (Afb. 51/1) in. De vereiste schuifstand kan direct uit de tabel worden afgelezen of met de rekenschijf worden berekend.
Instellingen 8.2.1 Schuifstand via de stelhefbomen instellen 1. Sluit de hydraulische schuif. 2. Draai de vleugelmoer (Afb. 52/2) los. 3. Zoek de vereiste schuifstand op in de schaalverdeling (Afb. 52/3). 4. Stel de afleeszijde (Afb. 52/4) van de stelhefboomwijzer (Afb. 52/5) op de schaalwaarde in.
Instellingen 8.2.3 Schuifstand met behulp van de rekenschijf bepalen De rekenschijf bestaat uit: • De buitenste, witte schaal met strooihoeveelheden [kg/ha] (strooihoeveelheid) (Afb. 54/1). • De binnenste, witte schaal voor de bij de kwantiteitscontrole opgevangen hoeveelheid mestkorrels [kg] (opgevangen hoeveelheid) (Afb. 54/2). •...
Instellingen 3. Meet de meetafstand op het veld nauwkeurig af. Markeer het begin- en eindpunt. 4. Bouw de strooier om naar kwantiteitscontrole. 5. Voer de kwantiteitscontrole uit. 5.1 Rijd de meetafstand nauwkeurig van begin- tot eindpunt onder veldomstandigheden, d.w.z. met de vooraf bepaalde, constante werksnelheid van 10 km/uur en een aftakastoerental van 540 min (tenzij voor de werkbreedte-...
Instellingen • De vermenigvuldiger voor de totale hoeveelheid houdt slechts rekening met een eenzijdige uitvoer van de kwantiteitscontrole. • Halveer de meetafstand en verdubbel de vermenigvuldiger bij een hoge mestdosis per ha, omdat de capaciteit van de opvangbak begrensd is. •...
Instellingen 8.3.2.1 Omrekening van de noodzakelijke meetafstand voor niet in de tabel opgenomen werkbreedten Werkbreedten tot 21 m - vermenigvuldiger 40 Noodzakelijke meetafstand bij gewenste werkbreedte [m] = Werkbreedte [m] Werkbreedten vanaf 24 m - vermenigvuldiger 1000 Noodzakelijke meetafstand bij gewenste werkbreedte [m] = Werkbreedte [m] 8.3.3 Kwantiteitscontrole op de standplaats...
Pagina 86
Instellingen 2. Stel de schuifstand 43 in. 3. Hang de opvangbak aan het chassis. 4. Stel het aftakastoerental 540 min in (tenzij voor de werkbreedte-instelling in de strooitabel anders is aangegeven). 5. Open de linkerschuif precies 14,98 sec. 6. De opgevangen hoeveelheid mestkorrels [kg] weegt bijv. 17,5 7.
Instellingen Schuifstand via de afdraai-inrichting bepalen (optioneel) Gebruik bij het bepalen van de schuifstand met behulp van de afdraai-inrichting de bij de speciale uitvoering meegeleverde rekenschijf! (op de middelste, gekleurde schaal bevindt zich positie "K".) Bij het bepalen van de schuifstand blijven beide schuiven van de doorlaatopeningen gesloten en de aftakas uitgeschakeld.
Pagina 88
Instellingen Halveer bij werkbreedten van meer dan 24 m de opgevangen hoeveelheid mestkorrels (bijv. 25 kg: 25 kg/2 = 12,5 kg) en bepaal aan de hand van deze waarde de schuifstand. 7. Pak de rekenschijf voor de afdraai- inrichting. Zoek op de schaal (Afb. 60/2) voor opgevangen hoeveelheden [kg] de waarde "17,5"...
Instellingen Instellen van de werkbreedte • Voor de verschillende werkbreedten zijn er verschillende strooischijvenparen. • Het bestaande rijpadensysteem (afstand tussen de rijsporen) bepaalt de keuze van het benodigde strooischijvenpaar. • De werkbreedten zijn instelbaar in de werkbereiken van de betreffende Omnia-Set (OM) strooischijvenparen (bij het uitstrooien van ureum kunnen er echter afwijkingen ontstaan).
Instellingen 8.5.1 Instellen van de strooiplaatstanden De strooiplaatstand is afhankelijk van: • de werkbreedte en • de mestsoort. Voor een exacte instelling van de afzonderlijke strooiplaatstanden zonder gereedschap is elke strooischijf voorzien van twee verschillende, unieke schalen (Afb. 61/1 en Afb. 61/2). Afb.
Instellingen Mestsoort Strooiplaatstand bij werkbreedte 10 m 12 m 15 m 16 m KAS 27%N gegranuleerd → Mestgroep 1 20/50 20/50 20/50 20/50 Voorbeeld: Mestsoort: KAS 27%N gegranuleerd → Mestgroep 1 Gewenste werkbreedte: 12 m 20 (korte strooiplaat) Strooiplaatstand: 50 (lange strooiplaat). 8.5.2 Controle van de werkbreedte met de mobiele testbank (optioneel) De instelwaarden uit de strooitabel moeten als...
Instellingen Grens- en randstrooien Grensstrooien volgens de mestrichtlijnen (Afb. 63): De aangrenzende slag is een weg of een water. Volgens de mestrichtlijnen • mag er geen mest over de grens vallen; • moet de erosie en wegspoelen (bijv. in oppervlaktewateren) worden voorkomen. Om te voorkomen dat er op het veld te veel mest terechtkomt, moet de strooihoeveelheid bij de grens worden verlaagd.
Instellingen Grens- en randstrooien met grensstrooischerm Limiter M 8.6.1 De instelling van de Limiter M is afhankelijk van de randafstand, de mestsoort en of de grens of rand moet worden bestrooid. De in te stellen waarde kan in de strooitabel (Afb. 65) worden afgelezen. De waarden van de strooitabel moeten als richtwaarden worden beschouwd, omdat de toestand van de kunstmest kan variëren.
Pagina 94
Instellingen Verschuif het grensstrooischerm op de geleidebeugel om de getalswaarde in te stellen. 1. Zet hiertoe de klemhendel (Afb. 66/1) los. Is het draaibereik van de klemhendelgreep onvoldoende, til de greep dan op, draai deze terug en laat de hendel weer zakken. 2.
Instellingen Aan de bovenzijde van het grensstrooischerm bevindt zich aan de linker- en rechterrand steeds een instelgrendel (Afb. 69/1). 1. Draai de moeren van de instelgrendel los. 2. Til het scherm met de hand op. 3. Verschuif de instelgrendel tot aan de aanslag en zet de grendel goed vast.
Pagina 96
Instellingen 1. Zwenk de telescoopplaten (Afb. 71/1) op de strooischijf na het losdraaien van de betreffende vleugelmoeren in het bereik van de schaalverdeling (Afb. 71/2). Lees de getalswaarde af aan de afleeszijde (Afb. 71/3) en draai de vleugelmoeren weer vast. Werking: telescoopplaten naar een hogere instelwaarde op de schaalverdeling zwenken:...
Pagina 97
Instellingen Voorbeeld 1: Afstand tussen het eerste rijpad en de veldgrens: 9 m (TS 5-9) Mestsoort: KAS 27% N gegranuleerd, BASF (wit), (Groep I) Gegevens uit de strooitabel resp. eerder vermelde tabellen: D 50/ F 46 1. Stel de afleeszijde (Afb. 72/7) van de strooiplaat "I"...
Instellingen 8.6.3 Speciale situaties bij het grensstrooien (het midden van het rijpad komt niet overeen met een halve werkbreedte vanaf de veldrand) Selecteer hierbij de schuifstand (instelhendelpositie) voor het afstellen van de strooihoeveelheid, afhankelijk van de betreffende werkbreedte (rijpadafstand). Zwenk de schuifstand aan de veldrandzijde bovendien 2 tot 6 deelstrepen terug.
Transport Transport • Raadpleeg bij transportritten het hoofdstuk "Veiligheidsinstructies voor de gebruiker", blz. 26. • Controleer voor transport ο of voedingskabels correct zijn aangebracht. ο of de verlichting werkt, schadevrij en schoon is. ο het hydraulische systeem op zichtbare gebreken. WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten als gevolg van het onbedoeld losraken van de...
Pagina 100
Transport WAARSCHUWING Het zonder toestemming meerijden op de machine kan ertoe leiden dat de machine omkantelt! Het is verboden om personen mee te laten rijden op de machine en/of rijdende machines te betreden. • Breng de centrifugaalstrooier bij vervoer over de openbare weg slechts zo ver omhoog dat de bovenzijde van de reflectoren zich maximaal 900 mm boven het wegdek bevindt! •...
Werken met de machine Werken met de machine Houd u bij het werken met de machine aan de aanwijzingen van hoofdstukken • "Waarschuwingsstickers en overige aanduidingen op de machine" en • "Veiligheidsinstructies voor de gebruiker", vanaf blz. 24 Het opvolgen van deze aanwijzingen is voor uw eigen veiligheid. WAARSCHUWING Gevaar voor vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken of ingesloten raken als gevolg van toegankelijk bewegende...
Pagina 102
Werken met de machine WAARSCHUWING Gevaar voor vastgrijpen en opwikkelen en gevaar voor het wegslingeren van vastgegrepen voorwerpen in de gevarenzone van de aangedreven cardanas! • Controleer voor elk gebruik van de machine of de veiligheids- en beschermingsvoorzieningen van de cardanas goed werken en intact zijn.
Pagina 103
Werken met de machine • Controleer bij nieuwe machines na 3 - 4 bakvullingen of de bouten nog goed vast zitten; zo nodig natrekken. • Gebruik alleen goed gekorrelde meststoffen en soorten die in de strooitabel staan vermeld. Controleer de dwarsverdeling van de mestkorrels voor de ingestelde werkbreedte met de mobiele testbank, als er onvoldoende gegevens over de meststof bekend zijn.
Werken met de machine 10.1 Centrifugaalstrooier vullen WAARSCHUWING Het negeren van de gebruiksvoorschriften kan leiden tot gevaar als gevolg van breuk, onvoldoende stabiliteit en onvoldoende stuur- en remvermogen van de tractor! Houd rekening met de maximale belading van de aangebouwde/aangekoppelde machine en de toelaatbare asbelasting en oplegdruk van de tractor! Rijd indien nodig met een gedeeltelijk gevulde bak.
Werken met de machine 10.2 Strooien • De strooiplaten en zwenkvleugels zijn vervaardigd van bijzonder slijtvast en corrosiebestendig staal. Toch zijn de strooiplaten en zwenkvleugels aan slijtage onderhevig. • Mestsoort, strooitijden en strooihoeveelheden beïnvloeden de levensduur van strooiplaten en zwenkvleugels. •...
Pagina 106
Werken met de machine VOORZICHTIG Gevaar als gevolg van breuk bij de bediening/het aanspreken van de overbelastingskoppeling van de cardanas (indien aanwezig)! Schakel de aftakas van de tractor onmiddellijk uit, wanneer de overbelastingskoppeling van de cardanas wordt aangesproken. Zo wordt beschadiging van de overbelastingskoppeling voorkomen. VOORZICHTIG Gevaar als gevolg van breuk van de cardanas bij ontoelaatbare hoek van de aangedreven cardanas!
Werken met de machine • De kunstmeststrooier is aan de tractor gekoppeld en de hydraulische slangleidingen zijn aangesloten. • De instellingen zijn uitgevoerd. 1. Koppel de aftakas bij een laag tractormotortoerental aan. • Open Beide sluitschuiven pas bij het voorgeschreven aftakastoerental! •...
U dient uw kunstmeststrooier te voorzien van een afschermbeugel, • wanneer u een kunstmeststrooier ZA-M 900 bezit en strooischijven OM 18-24 of OM 24-36 wilt monteren. • wanneer u een kunstmeststrooier ZA-M 1200 / 1500 bezit en strooischijven OM 24-36 wilt monteren.
Pagina 109
Werken met de machine Bij het uitrusten van de strooier met een boordcomputer, moet u de doseerschuiven helemaal openen om de strooischijven te vervangen. Afb. 76 BAG0092.0 02.07...
Werken met de machine 10.4 Aanbevelingen voor werkzaamheden op de wendakker Om nauwkeurig aan veldgrenzen en -randen te kunnen werken, is het belangrijk dat de rijpaden correct worden aangelegd. Bij toepassing van de grensstrooier Limiter resp. grensstrooischijf wordt het eerste rijpad (Afb. 77/T1) doorgaans altijd op een halve rijpadafstand vanaf de veldrand aangelegd.
Werken met de machine 10.5 Aanwijzingen voor het strooien van slakkenkorrels (bijv. Mesurol) WAARSCHUWING Het verspreiden van slakkenkorrels met de kunstmeststrooier ZA-M en boorcomputer AMADOS is niet conform de voorschriften en daarom verboden! ZA-M met AMATRON Zie bedieningshandleiding , hoofdstuk Kalibreren van slakkenkorrels! De kunstmeststrooier ZA-M kan in de standaarduitvoering ook voor het breed strooien van slakkenkorrels worden gebruikt.
Werken met de machine 10.5.1 Combinatiematrix voor kunstmeststrooiers geschikt voor het verspreiden van slakkenkorrels Type AMAZONE ZA-M Uitvoering Strooischijven Hulpuitrusting BAG0092.0 02.07...
Storingen Storingen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, scharen, snijden, amputatie, vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, ingesloten raken en stoten als gevolg van het • onbedoeld zakken van de door de driepuntshydraulica van de tractor opgeheven machine. • onbedoeld zakken van opgeheven, onbeveiligde onderdelen van de machine.
Defecte of versleten onderdelen direct vervangen. De strooi-eigenschappen van uw Neem contact op met de mestkorrels wijken af van de AMAZONE-mestservice. eigenschappen van de mestsoort die wij bij het maken van de 05405-501111 strooitabel hebben gebruikt. Te veel mest in het Voorgeschreven Tractormotortoerental verlagen.
Storingen 11.3 Storingen, oorzaken en oplossingen alleen ZA-M met Comfort-uitrusting Storing Oorzaak Oplossing Hydraulische cilinders openen en Olietoevoer van de tractor niet Olietoevoer van de tractor sluiten niet ingeschakeld. inschakelen. Stroomtoevoer naar het Kabel, steker en contacten ventielblok onderbroken. controleren. Oliefilter verontreinigd.
Storingen 11.4 Storing in de elektronica Indien er storingen in de boordcomputer of de elektrische servomotoren optreden die niet direct kunnen worden verholpen, dan kan er nog wel verder worden gewerkt (zie bedieningshandleiding boordcomputer). BAG0092.0 02.07...
Reinigen, service en onderhoud Reinigen, service en onderhoud WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, scharen, snijden, amputatie, vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, ingesloten raken en stoten als gevolg van het • onbedoeld zakken van de door de driepuntshydraulica van de tractor opgeheven machine. •...
Pagina 118
Reinigen, service en onderhoud Reinigen met hogedrukreiniger/stoomstraal • U dient de volgende aanwijzingen bij het reinigen met een hogedrukreiniger/stoomstraal beslist op te volgen: ο Reinig geen elektrische onderdelen. ο Reinig geen verchroomde onderdelen. ο Richt de straal van de hogedrukreiniger of de stoomstraal nooit rechtstreeks op smeerpunten en lagers.
Reinigen, service en onderhoud 12.2 Smeervoorschrift Smeer alle smeernippels (afdichtingen schoon houden). Smeer/vet de machine volgens de opgegeven intervallen. De smeerpunten zijn op de machine aangegeven met de sticker (Afb. 79). Reinig smeernippels en vetspuit voor het smeren grondig, zodat er geen vuil in de lagers wordt geperst.
Reinigen, service en onderhoud 12.3 Onderhoudsschema – overzicht • Voer de onderhoudswerkzaamheden uit zodra de eerste termijn is bereikt. • Tijdsintervallen, draai-uren van de motor of service-intervallen van de eventueel bijgeleverde documenten van derden hebben voorrang. Dagelijks Onderhoudswerkzaamheden Zie blz. Onderdeel Vakwerkplaats •...
Reinigen, service en onderhoud 12.4 Afbreekbeveiliging voor cardanas- en roerasaandrijving De los meegeleverde bouten 8x30, DIN 931, 8.8 zijn reservebreekbouten (Afb. 81/4) voor bevestiging van de aansluitvork van de cardanas aan de flens van de ingaande as van de aandrijving. Bevestig de cardanas altijd met vet op de ingaande as van de aandrijving.
Reinigen, service en onderhoud 12.6 Controle van het hydraulische oliefilter Voor ZA-M met Comfort-uitrusting: Tijdens bedrijf (oliecirculatie ingeschakeld) kan de werking van het hydraulische oliefilter (Afb. 84/1) op het regelblok worden gecontroleerd. Weergave in het controlevenster (Afb. 84/2): • Groen filter goed functionerend •...
Reinigen, service en onderhoud 12.9 Vervangen van de strooiplaten en zwenkvleugels • De technische toestand van de strooiplaten inclusief hun zwenkvleugels draagt voor een groot deel bij aan een gelijkmatige dwarsverdeling van de mestkorrels op het veld (vorming van voren). •...
Pagina 124
Reinigen, service en onderhoud 1. Draai de fixeerpennen los en verwijder ze (Afb. 85/3). 2. Maak de snelsluiting los en verwijder deze (Afb. 85/4). 3. Vervang de strooiplaat. 4. Vervang de zelfborgende moeren (Afb. 85/1) van de fixeerpennen door nieuwe zelfborgende moeren.
Reinigen, service en onderhoud 12.9.2 Vervangen van de zwenkvleugels WAARSCHUWING Gevaar voor uitwerpen van zwenkvleugels van de strooiplaat als gevolg van het onbedoeld losraken van de schroefverbindingen! Vervang beslist ook de gebruikte zelfborgende moeren van de schroefverbindingen bij het vervangen van de zwenkvleugels door nieuwe zelfborgende moeren.
Reinigen, service en onderhoud 12.10 Hydraulisch systeem WAARSCHUWING Gevaar als gevolg van onder hoge druk uittredende hydraulische olie wanneer deze door de huid heen dringt en in het lichaam terechtkomt (infectiegevaar)! • Werkzaamheden aan het hydraulische systeem mogen uitsluitend door een vakwerkplaats worden uitgevoerd! •...
Reinigen, service en onderhoud • Zorg bij het aansluiten van de hydraulische slangleidingen op het hydraulische systeem van de tractor dat de hydraulische elementen van zowel de tractor als van de machine drukloos zijn! • Controleer of de hydraulische slangleidingen correct zijn aangesloten.
Reinigen, service en onderhoud 12.10.2 Service-intervallen Na de eerste 10 bedrijfsuren en daarna om de 50 bedrijfsuren 1. Controleer alle componenten van het hydraulische systeem op lekkage. 2. Trek schroefverbindingen eventueel na. Voor elke inbedrijfstelling 1. Controleer de hydraulische slangleidingen op zichtbare gebreken.
Reinigen, service en onderhoud 12.10.4 In- en uitbouwen van hydraulische slangleidingen Neem bij het in- en uitbouwen van hydraulische slangleidingen de volgende aanwijzingen in acht: • Gebruik alleen originele hydraulische slangleidingen van • Zorg voor een schone werkplek. • U dient de hydraulische slangleidingen zodanig in te bouwen dat er onder alle bedrijfsomstandigheden ο...
Reinigen, service en onderhoud 12.11 Controleren van de basisafstelling van de schuiven ZA-M met boordcomputer, zie bedieningshandleiding boordcomputer. De in schuifstand "8" van de schuiven vrijgegeven doorsnede van de doorlaatopening (Afb. 88/1) is door de fabriek met behulp van een kaliber (pen Ø...
Reinigen, service en onderhoud 12.12 Demontage van de cardanas 1. Maak de kegelsmeernippel in de aansluitvork van de cardanas los – via de opening in de onderzijde van de afschermtrechter. 2. Verwijder de breekbout tussen de vorkflens van de cardanas en de flens van de ingaande as van de aandrijving.
Reinigen, service en onderhoud 12.16 Aanhaalkoppels schroeven Aanhaalkoppels [Nm] Sleutelwijdte Schroefdraad afhankelijk van kwaliteitsklasse van schroeven/moeren [mm] 10.9 12.9 M 8x1 M 10 16 (17) M 10x1 M 12 18 (19) M 12x1,5 M 14 M 14x1,5 M 16 M 16x1,5 M 18 M 18x1,5 M 20...