Samenvatting van Inhoud voor Amazone ZA-M ultra profiS hydro
Pagina 1
Bedieningshandleiding ZA-M ultra profiS hydro Kunstmeststrooier met hydraulische aandrijving Lees deze bedieningshandleiding voor gebruik door en volg de MG 2302 aanwijzingen zorgvuldig op! BAG0005.2 12.07 Bewaar de Printed in Germany bedieningshandleiding voor toekomstig gebruik!
Pagina 2
Het mag niet onbelangrijk of overbodig voorkomen, deze gebruiksaanwijzing te lezen en zich aan de aanwijzingen te houden; het volstaat niet van anderen te horen, dat de machine goed is, ze daarom te kopen en te denken dat alles vanzelf gaat.
Tips voor de gebruiker Tips voor de gebruiker ................8 Doel van het document ......................8 Plaatsaanduidingen in de bedieningshandleiding..............8 Gebruikte beschrijvingen ......................8 Algemene veiligheidsinstructies ..............9 Verplichtingen en aansprakelijkheid ..................9 Beschrijving van veiligheidssymbolen..................11 Organisatorische maatregelen....................12 Veiligheids- en beschermingsvoorzieningen .................12 Vrijblijvende veiligheidsmaatregelen..................12 Scholing van de personen .....................13 Veiligheidsmaatregelen voor normaal gebruik...............14 Gevaren door resterende energie..................14 Onderhoud, service en oplossen van storingen ..............14...
Pagina 6
Tips voor de gebruiker Hydraulische aansluitingen ....................42 5.9.1 Hydraulische slangen aansluiten ..................43 5.9.2 Hydraulische slangen loskoppelen..................43 5.10 Driepunts-aanbouwframe ...................... 44 5.11 Boordcomputer A M A T R O N ................... 44 5.12 Hydraulisch blok met oliefilter....................44 5.13 Transport- en parkeerinrichting (afneembaar, optioneel)............
Pagina 7
Tips voor de gebruiker 12.8 Tarreren van de strooier ......................86 12.9 Kalibreren van de strooier ......................86 12.10 Hydraulisch systeem ......................87 12.10.1 Codering van de hydraulische slangen..................88 12.10.2 Service-intervallen........................89 12.10.3 Inspectiecriteria voor hydraulische slangen ................89 12.10.4 In- en uitbouwen van hydraulische slangen................90 12.10.5 Controle van het hydraulische oliefilter ..................90 12.10.6...
Tips voor de gebruiker Tips voor de gebruiker Het hoofdstuk Tips voor de gebruiker bevat informatie over het omgaan met de bedieningshandleiding. Doel van het document Deze bedieningshandleiding • beschrijft de bediening en het onderhoud van de machine. • voorziet u van belangrijke informatie om veilig en efficiënt met de machine te werken.
Algemene veiligheidsinstructies Algemene veiligheidsinstructies Dit hoofdstuk bevat belangrijke instructies om veilig met de machine te werken. Verplichtingen en aansprakelijkheid Instructies in de bedieningshandleiding opvolgen Kennis van de basisveiligheidsinstructies en veiligheidsvoorschriften is de eerste voorwaarde om veilig en zonder storingen met de machine te kunnen werken.
Pagina 10
Algemene veiligheidsinstructies Gevaren bij het werken met de machine De machine is gebouwd volgens de allernieuwste techniek en de erkende veiligheidstechnische regels. Toch kunnen er zich bij het gebruik van de machine gevaren en beschadigingen voordoen • voor het leven van de gebruiker of derden, •...
Algemene veiligheidsinstructies Beschrijving van veiligheidssymbolen Veiligheidsinstructies worden aangegeven met een driehoekig veiligheidssymbool en een signaalwoord. Het signaalwoord (GEVAAR, WAARSCHUWING, VOORZICHTIG) beschrijft de ernst van het dreigende gevaar en heeft de volgende betekenis: GEVAAR verwijst naar een direct gevaar met een hoog risico dat de dood of zwaar lichamelijk letsel (verlies van lichaamsdelen of langdurig letsel) ten gevolge kan hebben als het gevaar niet wordt vermeden.
Algemene veiligheidsinstructies Organisatorische maatregelen De eigenaar dient de benodigde persoonlijke veiligheidsuitrustingen ter beschikking te stellen, zoals: • Veiligheidsbril • Veiligheidsschoenen • Beschermende kleding • Beschermingsmiddelen voor de huid, enz. De bedieningshandleiding • altijd daar bewaren waar de machine wordt gebruikt! •...
Algemene veiligheidsinstructies Scholing van de personen Alleen geschoolde en geïnstrueerde personen mogen met/aan de machine werken. De eigenaar dient de bevoegdheden voor het bedienen en onderhouden duidelijk vastleggen. Personen die nog moeten worden opgeleid, mogen alleen onder toezicht van een ervaren persoon met/aan de machine werken. Personen Voor de Geïnstrueerd...
Algemene veiligheidsinstructies Veiligheidsmaatregelen voor normaal gebruik Gebruik de machine alleen als alle veiligheids- en beschermingsvoorzieningen volledig functioneren. Controleer de machine tenminste een keer per dag op waarneembare schade en het correct functioneren van de veiligheids- en beschermingsvoorzieningen. Gevaren door resterende energie Houd rekening met mechanische, hydraulische, pneumatische en elektrische/elektronische resterende energie in de machine.
Algemene veiligheidsinstructies WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten door breuk van dragende onderdelen. Het is verboden • om te boren in frame of onderstel. • om bestaande gaten in frame of onderstel op te boren. •...
Algemene veiligheidsinstructies 2.13 Waarschuwingsstickers en overige aanduidingen op de machine Houd alle waarschuwingsstickers op de machine altijd schoon en goed leesbaar! Vervang onleesbare waarschuwingsstickers. Bestel de waarschuwingsstickers aan de hand van het bestelnummer (bijv. MD 075) bij uw dealer. Opbouw waarschuwingssticker Waarschuwingsstickers geven gevaarlijke plaatsen op de machine aan en waarschuwen voor restgevaren.
Pagina 17
Algemene veiligheidsinstructies Bestelnummer en toelichting Waarschuwingssticker MD 075 Gevaar als gevolg van snijden of amputatie van vingers en handen als gevolg van bewegende machinedelen! Deze gevaren kunnen zwaar letsel met verlies van delen van vingers of handen veroorzaken. Reik nooit met uw handen of armen in de gevaarlijke plaats zolang de tractormotor met aangesloten cardanas / hydraulisch systeem loopt.
Pagina 18
Algemene veiligheidsinstructies Bestelnummer en toelichting Waarschuwingssticker MD 082 Gevaar voor personen voor het vallen van treeplanken en platforms bij het meerijden op de machine resp. bij het beklimmen van aangedreven machines! Dit gevaar kan zwaar letsel met mogelijk de dood tot gevolg veroorzaken.
Pagina 19
Algemene veiligheidsinstructies Bestelnummer en toelichting Waarschuwingssticker MD 093 Gevaar voor vastgrijpen of opwikkelen door toegankelijke aangedreven elementen van de machine! Dit gevaar kan zwaar letsel met mogelijk de dood tot gevolg veroorzaken. Open of verwijder nooit de beschermingsvoorzieningen van de aangedreven elementen van de machine, •...
Pagina 20
Algemene veiligheidsinstructies Bestelnummer en toelichting Waarschuwingssticker MD 097 Gevaar als gevolg van bekneld raken of zich stoten tussen de achterzijde van de tractor en de machine bij het aan- en afkoppelen van de machine! Dit gevaar kan zwaar letsel met mogelijk de dood tot gevolg veroorzaken.
Pagina 21
Algemene veiligheidsinstructies Bestelnummer en toelichting Waarschuwingssticker MD 106 Gevaar als gevolg van bekneld raken en /of zich stoten door het onbedoeld bewegen van niet-vergrendelde machinedelen! Dit gevaar kan zwaar letsel met mogelijk de dood tot gevolg veroorzaken. Vergrendel bewegende machinedelen met behulp van de veiligheidsvergrendeling tegen onbedoeld bewegen, voordat u zich in de gevarenzone begeeft.
Algemene veiligheidsinstructies 2.13.1 Plaats van de waarschuwingsstickers en overige aanduidingen Waarschuwingssticker De volgende afbeeldingen geven aan waar de waarschuwingsstickers op de machine zijn aangebracht. Afb. 1 Afb. Afb. 2 Afb. 3 Afb. 4 ZA-M BAG0005.2 12.07...
Algemene veiligheidsinstructies 2.14 Gevaren bij het negeren van de veiligheidsinstructies Het negeren van de veiligheidsinstructies • kan personen in gevaar brengen, schadelijk zijn voor het milieu en beschadigingen aan de machine veroorzaken. • kan leiden tot het verlies van alle aanspraken op schadevergoeding.
Algemene veiligheidsinstructies 2.16 Veiligheidsinstructies voor de gebruiker WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten vanwege het ontbreken van verkeers- en gebruiksveiligheid! De machine en tractor voor gebruik altijd controleren op verkeers- en gebruiksveiligheid! 2.16.1 Algemene veiligheidsinstructies en voorschriften ter voorkoming van ongevallen •...
Pagina 25
Algemene veiligheidsinstructies aan- of loskoppelt, dient u de bedieningshendel van het hydraulisch systeem van de tractor te blokkeren in een positie waarin onbedoeld heffen of zakken wordt uitgesloten! • Zet de steunelementen (indien aanwezig) bij het aan- en afkoppelen van machines in de juiste stand (stabiliteit bij stilstand)! •...
Pagina 26
Algemene veiligheidsinstructies Transport van de machine • Bij het rijden op de openbare weg dient u zich aan de geldende verkeersregels te houden! • Controleer voor transport ο of voedingsleidingen correct zijn aangebracht; ο of de verlichting werkt, schadevrij en schoon is; ο...
Algemene veiligheidsinstructies geborgd. • Pas uw rijsnelheid aan de omstandigheden ter plaatse aan! • Schakel bij bergaf rijden een lagere versnelling in! • Schakel de onafhankelijke wielremmen tijdens transport altijd uit (pedalen vergrendelen)! 2.16.2 Hydraulisch systeem • Het hydraulische systeem staat onder hoge druk! •...
Algemene veiligheidsinstructies • Door de mogelijk grote kans op infectie, dient u bij het opsporen van lekkages gebruik te maken van passende hulpmiddelen. 2.16.3 Elektrisch systeem • Bij werkzaamheden aan het elektrische systeem dient u altijd de accu (minpool) los te koppelen! •...
Algemene veiligheidsinstructies 2.16.5 Onderhoud, reparatie en reiniging • Voer onderhouds-, reparatie- en reinigingswerkzaamheden alleen uit bij ο uitgeschakelde aandrijving ο stilstaande tractormotor ο verwijderde contactsleutel ο uit de boordcomputer verwijderde machinesteker! • Controleer regelmatig of moeren en schroeven nog goed vastzitten en draai ze indien nodig vaster aan! •...
Opladen Opladen WAARSCHUWING Gevaar als gevolg van bekneld raken en/of zich stoten door het onbedoeld vallen van de omhoog gebrachte machine! • Gebruik beslist de aangegeven sjorpunten voor het bevestigen van bevestigingsmiddelen, wanneer u de machine met behulp van een hefwerktuig op- en aflaadt. •...
Beschrijving van het product Beschrijving van het product Dit hoofdstuk • geeft een uitgebreid overzicht van de opbouw van de machine. • geeft de namen van de afzonderlijke bedieningshendels. Lees dit hoofdstuk bij voorkeur bij de machine. Zo raakt u optimaal vertrouwd met de machine.
Beschrijving van het product (1) Frame (7) Stelhendel voor manuele hoeveelheidsinstelling (2) Bak (8) Opvangbak voor controle strooihoeveelheid (3) Weegframe zonder weegtechniek (4) Omnia-Set strooischijven (9) Spatlap A M A T R O N (10) Ladder om in de bak te stappen (6) Afdekking voor machinecomputer en (11) Trimmer kabelboom.
Beschrijving van het product Gebruik volgens voorschriften A M A Z O N E - kunstmeststrooier Z A - M u l t r a p r o f i S h y d r o • is uitsluitend bedoeld voor het normale gebruik bij landbouwkundige werkzaamheden en geschikt voor het strooien van droge, gegranuleerde, korrelvormige en kristallijne meststoffen, zaden alsmede slakkenkorrels;...
Beschrijving van het product Gevarenzones De gevarenzone is de omgeving van de machine waarin personen binnen bereik zijn van • arbeidsbewegingen van de machine en zijn gereedschappen; • door de machine naar buiten geslingerde materialen of voorwerpen; • onbedoeld omlaag zakkende omhoog geheven machine- elementen;...
Beschrijving van het product Typeplaatje en CE-markering Op de volgende afbeeldingen is de plaatse van het typeplaatje en de CE-markering weergegeven. Het typeplaatje (Afb. 9/1) en de CE-markering (Afb. 9/2) zitten tegen het frame. Op het typeplaatje staan: • Serienummer van de machine •...
Beschrijving van het product 4.10 Benodigde tractoruitrusting De tractor moet aan de belastingsspecifieke voorwaarden voldoen en met de vereiste elektrische en hydraulische aansluitingen alsmede remkoppelingen zijn uitgerust om met de machine te kunnen werken. Motorvermogen van de tractor vanaf 112 kW (150 pk) Elektrisch systeem •...
Opbouw en werking Opbouw en werking Dit hoofdstuk informeert u over de opbouw van de machine en de werking van de afzonderlijke componenten. Werking Afb. 10 A M A Z O N E Z A - M u l t r a is voorzien van twee trechterpunten en verwisselbare strooischijven (Afb.
Opbouw en werking Afscherm- en functierooster in de bak (beveiligingsvoorziening) Het uitklapbare afscherm- en functierooster dekken de complete bak af en dienen • als bescherming tegen het per ongeluk aanraken van de draaiende roerspiraal. • bij het vullen als bescherming tegen verontreinigingen en kunstmestklonters.
Opbouw en werking Beschermbeugel (beveiligingsvoorziening) Z A - M u l t r a is standaard met een beschermbeugel (Afb. 16/1) uitgerust. Die dient als rambeveiliging, als ongevallenpreventie bij draaiende strooischijven. Afb. 16 Strooischijven In rijrichting gezien: • linker strooischijf (Afb. 17/1) met markering •...
Opbouw en werking Agitator Spiraalvormige roerassen in de trechterpunten (Afb. 19/1) zorgen voor een gelijkmatige stroom mestkorrels op de strooischijven. De langzaam roterende, spiraalvormige segmenten van de agitator transporteren de mestkorrels gelijkmatig naar de betreffende uitwerpopening. Afb. 19 Sluitschuiven en doseerschuiven Afb.
Opbouw en werking Weegtechniek Afb. 22/... (1) Weegframe (2) Weegcel (3) Bladveer (4) Lagerlus (5) Meetschroef Bij de kunstmeststrooier Z A - M u l t r a dankzij de weegtechniek nauwkeurig worden bepaald hoeveel kunstmest is gestrooid. Eveneens kan de hoeveelheid worden gedoseerd zonder afdraaiproef.
Opbouw en werking Hydraulische aansluitingen WAARSCHUWING Infectiegevaar door hydraulische olie die onder hoge druk naar buiten stroomt! Bij het aansluiten en loskoppelen van de hydraulische slangen moet het hydraulische systeem van zowel de tractor als de machine drukloos zijn! Raadpleeg bij letsel door hydraulische olie direct een arts. Alle hydraulische slangen zijn voorzien van een kleurcodering, zodat alle drukleidingen met de juiste tractorregeleenheid kunnen worden verbonden!
Opbouw en werking 5.9.1 Hydraulische slangen aansluiten WAARSCHUWING Gevaar door onjuist aangesloten hydraulische slangen! Let bij het aansluiten van de hydraulische slangen op de kleurcodering op de hydraulische stekers. Zie hiertoe "Hydraulische aansluitingen", blz. 42. • Neem de maximaal toelaatbare bedrijfsdruk van 200 bar in acht. •...
Opbouw en werking 5.10 Driepunts-aanbouwframe Het frame van de Z A - M u l t r a is zodanig uitgevoerd, dat het voldoet aan de eisen en afmetingen van de driepuntsaanbouw categorie (1) Trekstangpen met handgreep (2) Topstangpen (3) Lunspen voor het borgen van trekstang- en topstangpennen Afb.
Opbouw en werking 5.13 Transport- en parkeerinrichting (afneembaar, optioneel) Met de afneembare transport- en parkeerinrichting is aankoppelen aan de driepuntshydraulica van de tractor en manoeuvreren op het erf en in gebouwen makkelijk. Om wegrijden van de kunstmeststrooier te voorkomen, zijn de 2 rollen voorzien van een vastzetsysteem.
Opbouw en werking 5.14 Opklapbaar afdekzeil (optioneel) Het opklapbare afdekzeil (Afb. 28/1) garandeert ook bij nat weer droog strooigoed. Bij het vullen wordt het opklapbare afdekzeil door middel van een met de hand bediende hendel naar voren geklapt. • A M A T R O N (alleen in combinatie met comfortuitrusting).
Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling Dit hoofdstuk voorziet u van informatie over • het in bedrijf stellen van uw machine; • de wijze waarop u kunt controleren of u de machine aan uw tractor kunt aansluiten/aankoppelen. • Voor het in bedrijf stellen van de machine moet de gebruiker deze handleiding hebben gelezen en begrepen.
Inbedrijfstelling Controleren of de tractor geschikt is WAARSCHUWING Het negeren van de gebruiksvoorschriften kan leiden tot gevaar als gevolg van breuk, onvoldoende stabiliteit en onvoldoende stuur- en remvermogen van de tractor! • Controleer of uw tractor geschikt is voordat u de machine aan de tractor koppelt.
Inbedrijfstelling 6.1.1.1 Benodigde gegevens voor de berekening Afb. 29 [kg] Eigen gewicht van tractor zie bedieningshandleiding van tractor of [kg] Voorasbelasting van de lege tractor kentekenbewijs [kg] Achterasbelasting van de lege tractor [kg] Totaalgewicht van aan achterzijde zie technische gegevens van machine of het aangekoppelde machine of gewicht aan gewicht aan de achterzijde achterzijde...
Inbedrijfstelling 6.1.1.2 Berekening van het minimaal noodzakelijke ballastgewicht voor G om de V min bestuurbaarheid van de tractor te waarborgen • − • • • Voer de waarde van het berekende minimale ballastgewicht G V min dat aan de voorzijde van de tractor nodig is, in de tabel (hoofdstuk 6.1.1.7) in.
Pagina 51
Inbedrijfstelling 6.1.1.7 Tabel Daadwerkelijke waarde Toelaatbare waarde Dubbel toelaatbaar volgens berekening volgens draagvermogen bedieningshandleiding (twee banden) van tractor Minimaal ballastgewicht voor/achter ≤ Totaalgewicht ≤ ≤ Voorasbelasting ≤ ≤ Achterasbelasting • Raadpleeg het kentekenbewijs van uw tractor voor de toelaatbare waarden voor het totaalgewicht van de tractor, de asbelastingen en het draagvermogen van de banden.
Inbedrijfstelling Montage van de bijgeleverde modules Voor ingebruikneming de volgende modules in de beschreven Z A - M u l t r a h y d r o volgorde aan de monteren: • Strooischijven Afb. 30/1, • Opzetstuk Afb. 30/2, •...
Inbedrijfstelling Afstellen van de systeemomschakelbout op het strooiventielblok Afb. 31/... (1) Systeemomschakelbout (2) Aansluiting LS voor Load-Sensing- regelleiding Afb. 32/... (1) Tractor-aansluiting Load-Sensing- regelleiding (2) Tractor-aansluiting Load-Sensing- drukleiding (3) Tractor-aansluiting drukloze retourleiding De afstelling van de systeemomschakelbout op Afb. 31 het strooiventielblok is afhankelijk van het hydraulische systeem van de tractor.
Inbedrijfstelling Beveilig de tractor/machine tegen onbedoeld starten en wegrollen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, scharen, snijden, vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, ingesloten raken of stoten bij handelingen aan de machine • als gevolg van aangedreven machinedelen. • als gevolg van het onbedoeld aandrijven van machinedelen resp.
Machine aan- en afkoppelen Machine aan- en afkoppelen Raadpleeg bij het aan- en afkoppelen van machines het hoofdstuk "Veiligheidsinstructies voor de gebruiker", blz. 24. WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, vastgrijpen, opwikkelen en/of stoten als gevolg van het onbedoeld starten en wegrollen van de tractor bij het aan- of afkoppelen van de cardanas en de voedingsleidingen! Beveilig de tractor en de machine tegen onbedoeld starten en...
Machine aan- en afkoppelen Machine aankoppelen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken en/of stoten bij het aankoppelen van de machine tussen tractor en machine! Stuur personen weg uit de gevarenzone tussen tractor en machine voordat u naar de machine rijdt. Aanwezige personen mogen alleen aanwijzingen naast de tractor en de machine aanwijzingen geven en pas na stilstand tussen tractor en machine gaan staan.
Pagina 57
Machine aan- en afkoppelen WAARSCHUWING Gevaar voor uitval van de energietoevoer tussen tractor en machine als gevolg van beschadigde voedingsleidingen! Let bij het aansluiten van de voedingsleidingen op het verloop van de voedingsleidingen. De voedingsleidingen • moeten bij alle bewegingen van de aangekoppelde machine soepel meedraaien zonder spanning, knikken of wrijving.
Machine aan- en afkoppelen → De haak van de topstang vergrendelt automatisch. 10. Controleer voordat u gaat rijden visueel of de haken van de topstang en de trekstang correct zijn vergrendeld. Machine afkoppelen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken en/of stoten •...
Instellingen Instellingen Neem bij alle werkzaamheden ten behoeve van het afstellen van de machine de aanwijzingen in de volgende hoofdstukken in acht • "Waarschuwingsstickers en overige aanduidingen op de machine", vanaf blz. 16 en • "Veiligheidsinstructies voor de gebruiker", vanaf blz. 24. Het opvolgen van deze aanwijzingen is voor uw eigen veiligheid.
Instellingen We willen benadrukken, dat we niet aansprakelijk kunnen worden gesteld voor gevolgschade door strooifouten. Voer alle instellingen zorgvuldig uit. Afwijkingen van de optimale instelling kunnen het strooibeeld negatief veranderen! De instelwaarden uit de strooitabel moeten als richtwaarden worden beschouwd, omdat de strooi-eigenschappen van de mestkorrels kunnen veranderen waardoor andere instellingen noodzakelijk zijn.
Pagina 61
Instellingen 1. Schakel de aftakas van de tractor uit (indien nodig). 2. Wacht tot eventueel roterende strooischijven volledig tot stilstand zijn gekomen (indien nodig), voordat u de montagehoogte instelt. 3. Stuur personen uit de gevarenzone achter resp. onder de machine weg. 4.
Instellingen Instellen van de strooihoeveelheid A M A T R O N Zie bedieningshandleiding De voor de gewenste strooihoeveelheid vereiste schuifstand wordt via de beide doseerschuiven elektronisch ingesteld. Na invoer van de gewenste strooihoeveelheid op de A M A T R O N [voorgeschreven hoeveelheid in kg/ha] moet de mestkalibratiefactor worden bepaald (controle strooihoeveelheid).
Instellingen Instellen van de werkbreedte • Voor de verschillende werkbreedten zijn er verschillende strooischijvenparen. • Het bestaande rijpadensysteem (afstand tussen de rijsporen) bepaalt de keuze van het benodigde strooischijvenpaar. • De werkbreedten zijn instelbaar in de werkbereiken van de betreffende Omnia-Set (OM) strooischijvenparen (bij het uitstrooien van ureum kunnen er echter afwijkingen ontstaan).
Instellingen 8.4.1 Vervangen van de strooischijven WAARSCHUWING Gevaar voor scharen, snijden, amputatie, vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, ingesloten raken of stoten bij alle afstelwerkzaamheden aan de machine • als gevolg van het onbedoeld aanraken van bewegende machinedelen (strooiplaten, roterende strooischijven). •...
Instellingen 8.4.2 Instellen van de strooiplaatstanden De strooiplaatstand is afhankelijk van: • de werkbreedte en • de mestsoort. Voor een exacte instelling van de afzonderlijke strooiplaatstanden zonder gereedschap is elke strooischijf voorzien van twee verschillende, unieke schalen (Afb. 39/1 en Afb. 39/2). Afb.
Transport Transport • Raadpleeg bij transportritten het hoofdstuk "Veiligheidsinstructies voor de gebruiker", blz. 26. • Controleer voor transport ο of voedingskabels correct zijn aangebracht. ο of de verlichting werkt, schadevrij en schoon is. ο het hydraulische systeem op zichtbare gebreken. WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten als gevolg van het onbedoeld losraken van de...
Pagina 68
Transport • Breng de centrifugaalstrooier bij vervoer over de openbare weg slechts zo ver omhoog dat de bovenzijde van de reflectoren zich maximaal 900 mm boven het wegdek bevindt! • Beveilig de machine tegen plotseling zakken, voordat u zich op de openbare weg begeeft! ZA-M BAG0005.2 12.07...
Werken met de machine Werken met de machine Houd u bij het werken met de machine aan de aanwijzingen van hoofdstukken • "Waarschuwingsstickers en overige aanduidingen op de machine" en • "Veiligheidsinstructies voor de gebruiker", vanaf blz. 24 Het opvolgen van deze aanwijzingen is voor uw eigen veiligheid. WAARSCHUWING Gevaar voor weggeslingerde voorwerpen (mestdeeltjes, voorwerpen zoals bijv.
Werken met de machine • Controleer bij nieuwe machines na 3 - 4 bakvullingen of de bouten nog goed vast zitten; zo nodig natrekken. • Gebruik alleen goed gekorrelde meststoffen en soorten die in de strooitabel staan vermeld. Controleer de dwarsverdeling van de mestkorrels voor de ingestelde werkbreedte met de mobiele testbank, als er onvoldoende gegevens over de meststof bekend zijn.
Werken met de machine 10.2 Strooien • De strooiplaten en zwenkvleugels zijn vervaardigd van bijzonder slijtvast en roestvrij staal. Toch zijn de strooiplaten en zwenkvleugels aan slijtage onderhevig. • Mestsoort, strooitijden en strooihoeveelheden beïnvloeden de levensduur van strooiplaten en zwenkvleugels. •...
Pagina 72
Werken met de machine WAARSCHUWING Gevaar voor vastgrijpen en opwikkelen bij contact met de aangedreven agitator bij het beklimmen van de machine! • Beklim de machine nooit bij draaiende tractormotor. • Beveilig tractor en machine tegen onbedoeld starten en wegrollen, voordat u de machine beklimt. WAARSCHUWING Gevaar voor naar binnen trekken en ingesloten raken bij aangedreven agitator!
Werken met de machine 10.2.1 Aanbevelingen voor werkzaamheden op de wendakker Om nauwkeurig aan veldgrenzen en -randen te kunnen werken, is het belangrijk dat de rijpaden correct worden aangelegd. Het eerste rijpad (Afb. 41/T1) wordt doorgaans op halve rijpadafstand tot de veldrand aangelegd. Op dezelfde manier wordt een dergelijk rijpad op de wendakker aangelegd.
Werken met de machine 10.3 Grens-, grens-/sloot- en kantstrooien Z A - M h y d r o Het grens-, grens-/sloot- en kantstrooien met de wordt uitgevoerd door verlaging van het toerental van de strooischijven aan de zijde van de perceelgrens. Deze toerentalaanpassing vindt plaats aan de hand van gegevens van de strooitabel via de A M A T R O N...
Werken met de machine 10.4 Gerenstrooien Het strooien van geren vindt plaats door uitschakelen van secties via de A M A T R O N in drie stappen door het verlagen van het toerental. Zie bedieningshandleiding A M A T R O N ZA-M BAG0005.2 12.07...
Werken met de machine 10.5 Aanwijzingen voor het strooien van slakkenkorrels (bijv. Mesurol) Zie bedieningshandleiding van A M A T R O N , hoofdstuk over het kalibreren van slakkenkorrels! De kunstmeststrooier Z A - M kan in de standaarduitvoering ook voor het breed strooien van slakkenkorrels worden gebruikt.
Storingen Storingen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, scharen, snijden, amputatie, vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, ingesloten raken en stoten als gevolg van het • onbedoeld zakken van de door de driepuntshydraulica van de tractor opgeheven machine. • onbedoeld zakken van opgeheven, onbeveiligde onderdelen van de machine.
Storingen 11.3 Storingen, oorzaken en oplossingen Storing Oorzaak Oplossing Ongelijkmatige dwarsverdeling Vastgekoekte mestkorrels aan de Strooiplaten en strooischijven van de mest strooischijven en de strooiplaten. reinigen. Schuiven openen niet helemaal. Te veel mest in het tractorspoor Voorgeschreven Tractormotortoerental verhogen. strooischijftoerental wordt niet bereikt.
Pagina 79
Storingen Storing Oorzaak Oplossing Bij een tractor met Systeemomschakelbout op het Systeemomschakelbout op het continudruksysteem (voor een strooiventielblok is niet tot aan de strooiventielblok tot aan de deel oudere John Deere aanslag naar binnen gedraaid aanslag naar binnen draaien. tractoren) wordt de hydraulische (tegengesteld aan olie te warm fabrieksinstelling).
Reinigen, service en onderhoud Reinigen, service en onderhoud WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, scharen, snijden, amputatie, vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, ingesloten raken en stoten als gevolg van het • onbedoeld zakken van de door de driepuntshydraulica van de tractor opgeheven machine. •...
Reinigen, service en onderhoud 12.1 Reinigen • Controleer rem-, lucht- en hydraulische slangen bijzonder zorgvuldig! • Behandel rem-, lucht- en hydraulische slangen nooit met benzine, benzeen, petroleum of minerale oliën. • Smeer de machine na het reinigen, vooral na het reinigen met een hogedrukreiniger/stoomstraal of vetoplosbare middelen.
Reinigen, service en onderhoud 12.2 Onderhoudsschema – overzicht • Voer de onderhoudswerkzaamheden uit zodra de eerste termijn is bereikt. • Tijdsintervallen, draai-uren van de motor of service-intervallen van de eventueel bijgeleverde documenten van derden hebben voorrang. Na de eerste gebruiksuren Onderhoudswerkzaamheden Zie blz.
Reinigen, service en onderhoud 12.3 Afbreekbeveiligingen van roerasaandrijving De afbreekbeveiliging van de roeras wordt gerealiseerd via de borgpennen van de roerspiralen (Afb. 46/1) Afb. 46 12.4 Haakse aandrijving De haakse aandrijvingen zijn bij normaal gebruik onderhoudsvrij. De overbrengingen worden door de fabriek met voldoende transmissie- olie geleverd.
Pagina 84
Reinigen, service en onderhoud 1. Draai de fixeerpennen los en verwijder ze (Afb. 47/2). 2. Maak de snelsluiting los en verwijder deze (Afb. 47/4). Twee stuks per strooiplaat 3. Vervang de strooiplaat. 4. Vervang de zelfborgende moeren (Afb. 47/1) van de fixeerpennen door nieuwe zelfborgende moeren.
Reinigen, service en onderhoud 12.6 Horizontale stand van de bladveren en de lagerlussen controleren Afb. 48/... (1) Weegframe (2) Weegcel (3) Bladveer (4) Lagerlus (5) Meetschroef (6) Aanligblok (7) Contramoer De bladveren en de lagerlussen moeten in horizontale stand zitten, omdat anders het meetresultaat niet klopt.
Reinigen, service en onderhoud 12.7 Begrenzingsschroeven aan het weegframe instellen De begrenzingsschroeven links en rechts aan het frame van de strooier verhinderen het omhoog komen van de strooier van het weegframe bij bodemoneffenheden. De vereiste afstand tussen begrenzingsschroeven (Afb. 49/1) en weegframe bedraagt 2 mm.
Reinigen, service en onderhoud 12.10 Hydraulisch systeem WAARSCHUWING Gevaar als gevolg van onder hoge druk uittredende hydraulische olie wanneer deze door de huid heen dringt en in het lichaam terechtkomt (infectiegevaar)! • Werkzaamheden aan het hydraulische systeem mogen uitsluitend door een vakwerkplaats worden uitgevoerd! •...
Reinigen, service en onderhoud • Zorg bij het aansluiten van de hydraulische slangen op het hydraulische systeem van de tractor dat de hydraulische elementen van zowel de tractor als van de machine drukloos zijn! • Controleer of de hydraulische slangen correct zijn aangesloten. •...
Reinigen, service en onderhoud 12.10.2 Service-intervallen Na de eerste 10 bedrijfsuren en daarna om de 50 bedrijfsuren 1. Controleer alle componenten van het hydraulische systeem op lekkage. 2. Trek schroefverbindingen eventueel na. Voor elke inbedrijfstelling 1. Controleer de hydraulische slangen op zichtbare gebreken. 2.
Reinigen, service en onderhoud 12.10.4 In- en uitbouwen van hydraulische slangen Neem bij het in- en uitbouwen van hydraulische slangen de volgende aanwijzingen in acht: • Gebruik alleen originele hydraulische slangen van • Zorg voor een schone werkplek. • U dient de hydraulische slangen zodanig in te bouwen dat er onder alle bedrijfsomstandigheden ο...
Reinigen, service en onderhoud 12.10.6 Magneetkleppen reinigen Om de magneetkleppen te reinigen, moeten deze worden doorgespoeld. Dit kan nodig zijn wanneer bezinksel het volledig openen of sluiten van de schuiven verhindert. 1. Laat eerst de druk uit het hydraulisch systeem ontsnappen. 2.
Reinigen, service en onderhoud 12.15 Aanhaalkoppels schroeven Aanhaalkoppels [Nm] Sleutelwijdte Schroefdraad afhankelijk van kwaliteitsklasse van schroeven/moeren [mm] 10.9 12.9 M 8x1 M 10 16 (17) M 10x1 M 12 18 (19) M 12x1,5 M 14 M 14x1,5 M 16 M 16x1,5 M 18 M 18x1,5 M 20...