Monochroom aanpassen
Voor Monochroom kunt u naast [Scherpte] en [Contrast] ook [Filter
effect] en [Toning effect] instellen (zie pag. 60).
Door [Default inst] te selecteren, kunt u de respectieve beeldstijl
terugzetten op de standaardparameters.
Om opnamen te maken met de gewijzigde beeldstijl, volgt u stap 2 op
pagina 56 om de beeldstijl te selecteren en vervolgens opnamen te maken.
Selecteer [Monochroom].
1
Volg stap 2 op pagina 56 om
[Monochroom] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <C>.
Het instelscherm verschijnt.
Selecteer de parameter.
2
Draai het instelwiel <5> om een
parameter, bijvoorbeeld [Scherpte],
te selecteren en druk vervolgens
op <0>.
Selecteer de gewenste instelling.
3
Draai het instelwiel <5> om de
gewenste instelling te selecteren en
druk vervolgens op <0>.
Zie pagina 60 om het [Filter effect] of
[Toning effect] in te stellen.
Druk op de knop <
instelling op te slaan. Het keuzescherm
voor de beeldstijl verschijnt weer.
Instellingen die afwijken van de
standaardinstelling worden in blauw
weergegeven.
3 De beeldstijl aanpassenN
> om de
M
59